Standpunt Belastingdienst extendible leningen en generieke renteaftrekbeperking (ATAD1)

De afgelopen tijd is veel discussie gevoerd over de fiscale kwalificatie van extendible leningen (hierna: extendibles). Veel ondernemingen en woningcorporaties hebben, onder meer met het oog op de invoering van de renteaftrekbeperking uit ATAD1, ervoor gekozen om deze leningen te waarderen op de fiscale balans. De Belastingdienst heeft in de praktijk bevestigd dat dit is toegestaan.

Het waarderen van de extendibles op de fiscale balans heeft gevolgen voor de belastingheffing in latere jaren. De waarde van de extendibles moet immers jaarlijks worden gevolgd. Dit leidt tot waardemutaties. Hierbij kan zowel sprake zijn van baten als lasten. 

In de praktijk is het de vraag of deze waardemutaties vanaf 2019 kwalificeren als ‘rente’ in de zin van de generieke renteaftrekbeperking uit ATAD1 (ook wel ‘earningsstrippingmaatregel’ genoemd). De Belastingdienst heeft recent aangegeven van mening te zijn dat dit het geval is. 

Hierna lichten we dit standpunt en de gevolgen hiervan nader toe. 

Wat zijn extendible leningen?

Extendible leningen zijn (veelal langlopende) leningen die bestaan uit meerdere rentetijdvakken. Hierbij heeft de leningverstrekker op het moment dat één van de rentetijdvak(ken) afloopt het recht om een nieuwe rentevaste periode aan te gaan tegen een vooraf overeengekomen vaste rente. Indien de leningverstrekker geen gebruikmaakt van dit recht, is een variabele rente verschuldigd.

Voor het verstrekken van het recht aan de leningverstrekker om in de toekomst te kiezen voor een vaste of een variabele rente, ontvangt de leningnemer een premie. In de praktijk wordt deze premie verdisconteerd in het rentepercentage in het eerste tijdvak (rentekorting). In dat geval is de rente in dat tijdvak lager dan de leningnemer verschuldigd zou zijn indien de leningverstrekker geen keuzemogelijkheid zou hebben gehad.

Vpb-kwalificatie extendible leningen

Wij zijn van mening dat een extendible lening feitelijk bestaat uit een lening die na een rentetijdvak in beginsel variabelrentend wordt, maar waarbij in de leningovereenkomst een optie is opgenomen tot het sluiten van een renteswap. Dit wordt ook wel een ‘embedded swaption’ genoemd. 

De waarde van de extendible lening ziet feitelijk op de waarde van de swaption. Wij hebben het standpunt ingenomen dat deze waardemutatie wél fiscaal in aanmerking mag worden genomen. De Belastingdienst heeft dit standpunt in een aantal gevallen expliciet bevestigd. 

Generieke renteaftrekbeperking

Met ingang van 1 januari 2019 is de generieke renteaftrekbeperking uit ATAD1 ingevoerd. Vanaf dat moment zijn de netto-rentelasten slechts aftrekbaar tot 30% (vanaf 2022: 20%) van de ‘gecorrigeerde fiscale winst’ (≈ fiscale EBITDA). In het kader van deze regeling is het dan ook de vraag of de waardemutatie van de extendible kwalificeert als ‘rente’ voor deze regeling. 

Kwalificatie waardemutatie

De Belastingdienst heeft recent in een praktijkcasus, via de Kennisgroep, het standpunt ingenomen dat de waardemutatie kwalificeert als ‘rente’ voor de generieke renteaftrekbepalingen. Dit betekent dat volgens de Belastingdienst waardedalingen na 1 januari 2019 in aftrek worden beperkt. Waardestijgingen bieden ruimte voor méér renteaftrek omdat tegenover deze baten (extra) rentelasten in aftrek kunnen worden gebracht.

BDO-collega’s Daniëlle Schraa, Tamara Pater en Ruud Lemmens hebben in de fiscale vakliteratuur eerder het standpunt ingenomen dat waardemutaties niet kwalificeren als ‘rente’. Hierdoor zijn waardedalingen na 1 januari 2019 wél volledig aftrekbaar, maar bieden waardestijgingen alleen ruimte voor meer renteaftrek doordat ze de gecorrigeerde fiscale winst verhogen. Per saldo betekent dat voor de jaren vanaf 2022 20% meer renteaftrek. 

Helaas is niet eenduidig te zeggen welk standpunt het meest voordelig is voor belastingplichtigen. Dit is sterk afhankelijk van de feiten en omstandigheden (waaronder het moment waarop het eerstvolgende rentetijdvak ingaat). Gezien de grote belangen adviseren we om kritisch te beoordelen wat de impact is van beide standpunten. Wij verwachten dat ten aanzien van dit punt een procedure zal worden gestart, zodat de rechter uiteindelijk uitsluitsel zal geven.

Ook daarom is het van belang tijdig uw rechten veilig te stellen. Het conformeren aan het standpunt van de Belastingdienst kan immers tot een zeer nadelige situatie leiden indien de negatieve waardemutatie in bijvoorbeeld de jaren 2019 en 2020 niet aftrekbaar is, terwijl de latere positieve waardemutatie - als gevolg van een gerechtelijke uitspraak - niet als rentebate kwalificeert en derhalve het rentesaldo niet vermindert. 

Afsluiting

De fiscale kwalificatie van derivaten, waaronder extendible leningen, is zeer complex en de belangen zijn veelal zeer groot. Wij adviseren dan ook om, indien u derivaten bezit, kritisch te beoordelen wat de mogelijke fiscale gevolgen zijn van verschillende scenario’s. Wij zijn u hierbij uiteraard graag van dienst.

Heeft u vragen? Neem dan contact op met uw BDO-adviseur of een van onze contactpersonen.