Wat verandert in fiscale wetgeving onder de Wet toekomst pensioenen?
Wat verandert in fiscale wetgeving onder de Wet toekomst pensioenen?
Sinds 1 juli 2023 geldt de Wet toekomst pensioenen (Wtp) en dat betekent dat in de komende jaren pensioenregelingen moeten worden aangepast. De Wtp is een fundamentele wetswijziging en raakt alle pensioenen in Nederland. In dit artikel leest u over één specifiek onderdeel van de Wtp: de wijzigingen in de fiscale pensioenwetgeving.
Vooral het verwachte rendement en de inflatie zijn de parameters die de fiscaal maximale premie zullen beïnvloeden. In de wet is een tabel opgenomen die aangeeft wat de relatie is tussen het rendement en de premiegrens. Tot 2038 zal de premie overigens niet worden aangepast. Alleen als de premiegrens met meer dan 5%-punt zou moeten worden aangepast, wordt er aangepast. Als er daarna van aanpassing sprake is, wordt dit drie jaar van tevoren aangekondigd. Door het aanpassingsmechanisme ademt de premiegrens mee met de economische omstandigheden.
Nieuw fiscaal kader
De wijziging van het pensioenstelsel brengt ook een nieuw fiscaal kader met zich mee. Het fiscale kader wordt aangepast door over te gaan van het begrenzen op een aanspraak naar het begrenzen op een leeftijdsonafhankelijke premie voor alle soorten regelingen.Nieuwe fiscale grens
Uitgangspunt bij het vaststellen van de fiscale premiegrens is dat de pensioenambitie van 75% middelloon in 40 opbouwjaren fiscaal wordt gefaciliteerd. De budgettair neutrale premiegrens hierbij is 30% van de pensioengrondslag (= salaris – AOW-franchise). Volgens de wetgever kan bij die premiegrens de (maximale) pensioenambitie in het nieuwe stelsel fiscaal worden gefaciliteerd. Bij het bepalen van de premiegrens van 30% van de premiegrondslag is rekening gehouden met een te verwachten rendement van 1,5%.Wat zit er in deze 30%?
Uit deze 30% moet het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen dat ingaat bij het overlijden op of na de pensioendatum worden gefinancierd. De premies voor het nabestaandenpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum, het wezen-, nabestaandenoverbruggings- en arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschikt kunnen bovenop deze 30% fiscaal in mindering worden gebracht. In de premiegrens zitten alleen de kosten voor vermogensbeheer en het afdekken van beleggingsrisico. Overige kosten komen aanvullend voor fiscale aftrek in aanmerking. In totaal kan de maximale premie dus ruim meer zijn dan 30% van de pensioengrondslag.Aanpassingsmechanisme
Er wordt een aanpassingsmechanisme van de maximale fiscaal gefaciliteerde premie (initieel dus 30%) vastgesteld. Daarbij wordt een evenwicht gevonden tussen het niet te vaak aanpassen van de premiegrens en het met niet te veel vertraging laten doorwerken van de gevolgen van veranderende omstandigheden. Hierdoor moet enerzijds voorkomen worden dat structureel te weinig fiscale ruimte bestaat om de geschetste ambitie te halen, maar anderzijds moet de fiscale ruimte ook niet te ruim zijn.Vooral het verwachte rendement en de inflatie zijn de parameters die de fiscaal maximale premie zullen beïnvloeden. In de wet is een tabel opgenomen die aangeeft wat de relatie is tussen het rendement en de premiegrens. Tot 2038 zal de premie overigens niet worden aangepast. Alleen als de premiegrens met meer dan 5%-punt zou moeten worden aangepast, wordt er aangepast. Als er daarna van aanpassing sprake is, wordt dit drie jaar van tevoren aangekondigd. Door het aanpassingsmechanisme ademt de premiegrens mee met de economische omstandigheden.