ViDA: single VAT registration
ViDA: single VAT registration
De single VAT registration van ViDA heeft als doel het aantal btw-registraties van bedrijven in de EU drastisch te beperken. Idealiter zou een bedrijf alleen geregistreerd moeten zijn in de lidstaat waar het gevestigd is. De nieuwe regels zijn van toepassing vanaf 1 juli 2028. Er kunnen zich echter nog steeds situaties voordoen waarin een bedrijf zich in verschillende EU-lidstaten moet registreren.
De OSS zal worden uitgebreid tot binnenlandse leveringen van goederen, installatie- en montageleveringen, leveringen aan boord van een EU-passagiersvervoer en leveringen van elektriciteit, gas, warmte en koude (dit alles indien sprake is van een B2C-levering). Voor deze laatste categorie leveringen geldt dat de OSS (elektriciteit, gas, warmte en koude) al van toepassing is vanaf 1 januari 2027. De OSS is alleen van toepassing als de leverancier niet is gevestigd in de lidstaat waar de leveringen plaatsvinden.
Daarom wordt een nieuwe bijzondere regeling voor de overbrenging van eigen goederen ingevoerd. In het kader van de regeling moeten maandelijks btw-aangiften worden ingediend waarin de verrichte overbrengingen moeten worden vermeld. Overbrengingen die in het kader van de regeling plaatsvinden, hoeven niet te worden opgenomen in de Opgaaf ICP (in een later stadium vallen ze ook niet onder de digitale rapportageverplichtingen). De intracommunautaire verwerving in de EU-lidstaat van aankomst van de goederen is vrijgesteld van btw. De regeling kan niet worden toegepast voor goederen waarvoor geen volledig recht op aftrek bestaat in de lidstaat van aankomst.
De call-off-stockregeling wordt afgeschaft vanwege de nieuwe speciale regeling. De laatste overbrenging van eigen goederen onder de call-off-stockregeling kan plaatsvinden op 30 juni 2028 en de eigendom van de goederen moet uiterlijk op 30 juni 2029 worden overgedragen aan de beoogde afnemer.
Onderdelen van de enkele btw-registratie
Het gedeelte van ViDA dat betrekking heeft op de single VAT registration omvat drie onderdelen:- Een uitbreiding van het éénloketsysteem (OSS).
- Een uitbreiding van de verplichte verleggingsregeling.
- De invoering van een speciale regeling voor de overbrenging van eigen goederen.
1. Uitbreiding van de OSS
Onder de OSS mogen bedrijven één btw-aangifte indienen en één betaling doen voor de btw die in alle EU-lidstaten verschuldigd is. De EU-lidstaat waar het bedrijf voor de regeling is geregistreerd, stuurt het relevante deel van de btw-aangifte en de betaling door naar de EU-lidstaat waar de btw verschuldigd is.De OSS zal worden uitgebreid tot binnenlandse leveringen van goederen, installatie- en montageleveringen, leveringen aan boord van een EU-passagiersvervoer en leveringen van elektriciteit, gas, warmte en koude (dit alles indien sprake is van een B2C-levering). Voor deze laatste categorie leveringen geldt dat de OSS (elektriciteit, gas, warmte en koude) al van toepassing is vanaf 1 januari 2027. De OSS is alleen van toepassing als de leverancier niet is gevestigd in de lidstaat waar de leveringen plaatsvinden.
2. Uitbreiding van de verplichte verleggingsregel
De verplichte verleggingsregeling wordt uitgebreid. De verleggingsregeling wordt van toepassing op alle B2B-leveringen van goederen en diensten waarbij de leverancier of dienstverrichter niet is gevestigd en voor btw-doeleinden is geregistreerd in de EU-lidstaat waar de btw verschuldigd is. Dit onder de voorwaarde dat de afnemer in die lidstaat wel voor btw-doeleinden is geïdentificeerd. De leverancier of dienstverrichter moet de levering waarvoor de btw is verlegd, opnemen in zijn Opgaaf ICP. Later, wanneer digitale rapportageverplichtingen van toepassing zijn, vallen deze leveringen en diensten ook onder de reikwijdte van de digitale rapportageverplichtingen. Leveringen van goederen in het kader van de margeregeling zijn uitgesloten van de verleggingsregeling.3. Invoering van een bijzondere regeling voor de overbrenging van eigen goederen
Als een bedrijf zijn eigen goederen van de ene EU-lidstaat naar de andere overbrengt, moet het een intracommunautaire levering aangeven in de lidstaat van vertrek en een intracommunautaire verwerving in de lidstaat van aankomst van de goederen. Dit is een van de redenen waarom bedrijven in de EU verschillende btw-registraties hebben.Daarom wordt een nieuwe bijzondere regeling voor de overbrenging van eigen goederen ingevoerd. In het kader van de regeling moeten maandelijks btw-aangiften worden ingediend waarin de verrichte overbrengingen moeten worden vermeld. Overbrengingen die in het kader van de regeling plaatsvinden, hoeven niet te worden opgenomen in de Opgaaf ICP (in een later stadium vallen ze ook niet onder de digitale rapportageverplichtingen). De intracommunautaire verwerving in de EU-lidstaat van aankomst van de goederen is vrijgesteld van btw. De regeling kan niet worden toegepast voor goederen waarvoor geen volledig recht op aftrek bestaat in de lidstaat van aankomst.
De call-off-stockregeling wordt afgeschaft vanwege de nieuwe speciale regeling. De laatste overbrenging van eigen goederen onder de call-off-stockregeling kan plaatsvinden op 30 juni 2028 en de eigendom van de goederen moet uiterlijk op 30 juni 2029 worden overgedragen aan de beoogde afnemer.