Grens intern toezicht per 1 juli 2025 verhoogd naar 50 zorgverleners

Per 1 juli 2025 wijzigt het Uitvoeringsbesluit Wtza, waardoor een bepaalde groep kleine(re) instellingen in de eerstelijns- en kleinschalige zorg niet bij meer dan 25 zorgverleners, maar pas bij meer dan 50 zorgverleners over een interne toezichthouder moet beschikken. 

Deze wijziging geldt niet voor alle zorginstellingen. Voor instellingen waar sprake is van verblijf, medische specialistische zorg of persoonlijke verzorging, begeleiding of verpleging (oftewel thuiszorg en wijkverpleging) verandert er niets. Voor die instellingen blijft de grens van 10 zorgverleners gelden. 

Zorginstellingen met een RvT: RvT opheffen of behouden? 

Zorginstellingen met 25 tot en met 50 zorgverleners die nu een interne toezichthouder (hierna: RvT) hebben maar straks onder de omvanggrens van 50 zorgverleners vallen, zouden kunnen overwegen om de RvT op te heffen. Bij dit praktijkdilemma gelden een aantal aandachtspunten. 

1. Een zorginstelling kan ervoor kiezen om de RvT vrijwillig te behouden. De RvT kan nog steeds waardevol zijn als adviserend en toezichthoudend orgaan. In dat geval hoeft de goverancestructuur in principe niet te worden aangepast; 
2. Een zorginstelling kan er ook voor kiezen om de RvT op te heffen. In dat geval zal bij zorginstellingen met rechtspersoonlijkheid (zoals een stichting of BV) een statutenwijziging noodzakelijk zijn, als de RvT een statutaire basis heeft. Vaak zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een RvT nader uitgewerkt in lagere interne regelgeving, zoals de reglementen van het bestuur of de RvT zelf. Bij het opheffen van de RvT zal het bestuursreglement moeten worden aangepast en het RvT-reglement komt dan te vervallen; 
3. Bij zorginstellingen in een groepsstructuur, waarbij de RvT toezicht houdt op het beleid en de gang van zaken in meerdere rechtspersonen binnen de groep, zullen naar alle waarschijnlijkheid de statuten van alle zorginstellingen met rechtspersoonlijkheid binnen de groep moeten worden aangepast. 

Kortom; het opheffen van de RvT kan overwogen worden, maar brengt wel een aantal juridische aandachtspunten met zich mee. Dit nog los van de kosten die zorginstellingen moeten maken om de statuten aan te laten passen zodat de RvT geen statutaire basis meer kent en kan worden opgeheven. 

Vragen? 

Als u vragen heeft over de wetswijziging of eventuele aanpassingen van uw governancestructuur, dan kunt u contact opnemen met de zorgjuristen van BDO Tax & Legal.