ESG en duurzaamheidsgerelateerde termen in fondsnamen
ESG en duurzaamheidsgerelateerde termen in fondsnamen
Om greenwashing te voorkomen, heeft de European Securities and Markets Authority (ESMA) nieuwe richtsnoeren gepresenteerd over het gebruik van ESG en duurzaamheidsgerelateerde termen in fondsnamen. Deze richtsnoeren, ook wel niet-bindende richtlijnen, treden per 21 november 2024 in werking.
De richtsnoeren van de ESMA richten zich specifiek op (beheerders van) Instellingen voor Collectieve Beleggingen in Effecten (ICBE's), (beheerders van) alternatieve beleggingsinstellingen (abi's) en de bevoegde autoriteiten. Daarbij is alle fondsdocumentatie en marketingcommunicatie gericht aan (potentiële) beleggers, onderworpen aan de verplichtingen van deze richtsnoeren.
Vanwege kritiek geuit door de respondenten en de Securities and Markets Stakeholder Group (SMSG), waarbij de toon voornamelijk was dat er op dit moment geen eenduidige invulling van het begrip ‘duurzame investering’ bestaat, heeft de ESMA besloten deze kwantitatieve drempel weg te laten uit de definitieve richtsnoeren.
Redenen voor nader onderzoek door de toezichthouder zijn:
Inleiding
De afgelopen jaren is de vraag naar beleggingsfondsen die rekening houden met ecologische, sociale en governance (ESG)-factoren aanzienlijk toegenomen. Het is bekend dat de naam van een fonds een belangrijk marketinginstrument is en vaak de eerste indruk vormt die beleggers van het fonds krijgen. Hierdoor ontstaat echter een risico op een perverse prikkel, waarbij een fonds via haar naam ten onrechte de indruk wil wekken dat het duurzamer is dan het in werkelijkheid is.De richtsnoeren van de ESMA richten zich specifiek op (beheerders van) Instellingen voor Collectieve Beleggingen in Effecten (ICBE's), (beheerders van) alternatieve beleggingsinstellingen (abi's) en de bevoegde autoriteiten. Daarbij is alle fondsdocumentatie en marketingcommunicatie gericht aan (potentiële) beleggers, onderworpen aan de verplichtingen van deze richtsnoeren.
Verplichtingen gekoppeld aan termen
De vermelding van termen als transitie, effect of impact, duurzaam, ecologisch, sociologisch, governance en afgeleiden daarvan in de namen van fondsen, vereist dat minimaal 80% van de investeringen van het betreffende fonds in lijn zijn met de beleggingsstrategie en de daarbij behorende bindende elementen die gericht zijn op duurzaamheid. Dit is in overeenstemming met de precontractuele informatieverschaffing van het fonds.Transitie, sociaal en governance
Met betrekking tot fondsen die transitie-, sociaal- of governance gerelateerde termen gebruiken, geldt dat deze niet mogen investeren in ondernemingen die betrokken zijn bij activiteiten die verband houden met controversiële wapens, de teelt en productie van tabak, of bedrijven die de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties (UNGC) of de richtsnoeren voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) schenden. Daarnaast geldt voor fondsen die de term transitie of een daarvan afgeleide term gebruiken dat zij op een transparante en meetbare manier een sociale en/of ecologische transitie dienen te doorgaan.Ecologisch en effect/impact
Voor fondsen die ecologisch- of effect-/impact gerelateerde termen gebruiken, geldt daarbovenop dat zij niet mogen investeren in ondernemingen:- die meer dan 1% van hun inkomsten halen uit de verkenning, mijnbouw, winning, distributie en raffinage van steenkool en bruinkool;
- die meer dan 10% van hun inkomsten genereren uit de verkenning, winning, distributie of raffinage van olie als brandstoffen;
- waarvan meer dan de helft van hun inkomsten afkomstig is van elektriciteitsopwekking met een broeikasgasintensiteit van meer dan 100 g CO2e/kWh, dan wel de exploratie, winning, vervaardiging of distributie van gasvormige brandstoffen.
Duurzaamheidsgerelateerde termen
Specifiek voor fondsen die duurzaamheidsgerelateerde termen gebruiken, geldt het voorgaande én daarbovenop moeten zij zich verbinden aan het doen van duurzame beleggingen volgens de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Voor deze verbinding aan het doen van duurzame beleggingen geldt geen kwantitatieve drempel van 50% van de investeringen, zoals ESMA wel voorlegde tijdens de consultatie.Vanwege kritiek geuit door de respondenten en de Securities and Markets Stakeholder Group (SMSG), waarbij de toon voornamelijk was dat er op dit moment geen eenduidige invulling van het begrip ‘duurzame investering’ bestaat, heeft de ESMA besloten deze kwantitatieve drempel weg te laten uit de definitieve richtsnoeren.
Redenen voor nader onderzoek door de toezichthouder
In de richtsnoeren zijn drie signalen geconcretiseerd die aanleiding geven voor de bevoegde autoriteiten om nader onderzoek te verrichten. Het is van belang om hier alert op te zijn.Redenen voor nader onderzoek door de toezichthouder zijn:
- afwijkingen van de drempelwaarde die geen passieve overtreding zijn (passieve overtredingen zijn van tijdelijke aard en onbewust);
- indien het fonds onvoldoende aantoont dat zij de drempelwaarde behaalt om het gebruik van transitie-, ESG-, effect- of duurzaamheidsgerelateerde te rechtvaardigen; of
- als de bevoegde autoriteiten van oordeel zijn dat het gebruik van transitie-, ESG-, effect- of duurzaamheidsgerelateerde termen in de naam inhoudt dat beleggers oneerlijke of onduidelijke informatie ontvangen of dat de beheerder beleggers misleidt door niet loyaal of billijk te handelen.