Belastingplan 2026

Prinsjesdag 2025

Op dinsdag 16 september maakt het kabinet tijdens Prinsjesdag het Belastingplan 2026 bekend met daarin de voorgenomen wijzigingen voor het komend jaar. De specialisten van BDO hebben hieronder een overzicht gemaakt van de verwachte wijzigingen ten opzichte van het voorgaande jaar. 

Wij houden u op de hoogte 

Wilt u in de aanloop naar Prinsjesdag op de hoogte blijven van alle relevante ontwikkelingen rondom het Belastingplan 2026? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.  

Verwachte wijzigingen Belastingplan 2026 

Hieronder zetten wij de belangrijkste verwachte wijzigingen in het Belastingplan 2026 voor u op een rij. 

Beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor

De tabelcorrectiefactor (TCF) is een parameter die volgt uit de inflatiecijfers van het CBS, waarmee onder andere de inkomstenbelasting standaard wordt aangepast aan de inflatie. De TCF binnen de inkomstenbelasting wordt per 1 januari 2026 beperkt toegepast. Dit betekent dat de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting beperkt worden gecompenseerd voor hogere inflatie. Dit dient als dekking voor het terugdraaien van de verhoging van de btw op cultuur, media en sport. 

Box 3 (heffingsvrij vermogen en forfait)

Voorgesteld wordt per 2026 in box 3 het forfait voor de categorie overige bezittingen te verhogen naar 7,78%. Daarnaast wordt voorgesteld per 2026 het heffingsvrije vermogen te verlagen naar € 51.396. 

Structureel maken RVU drempelvrijstelling

Het kabinet, vakbonden en werkgevers hebben in oktober 2024 een onderhandelaarsakkoord bereikt over onder meer een structurele en meer gerichte Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU) -drempelvrijstelling voor mensen met zwaar werk. De RVU-drempelvrijstelling moet hiervoor worden aangepast. Het bedrag van de RVU-drempelvrijstelling zal worden verhoogd en deze wordt structureel gemaakt met ijkmomenten. Daarnaast wordt het tarief voor het deel boven de RVU-drempelvrijstelling verhoogd. 

Verruimen/verduidelijken fietsregeling loonbelasting

Op dit moment geldt er een bijtellingsregeling voor de (elektrische) fiets volgens artikel 13ter van de wet op de loonbelasting 1964. Met deze maatregel wordt een verduidelijking voorgesteld om ervoor te zorgen dat de deel- en hubfietsen die voor zakelijke doeleinden worden gebruikt buiten de bijtelling vallen. 

Aanpassing fictie in de Successiewet: geen schenking als deze plaatsvindt binnen 180 dagen voor overlijden

Een schenking binnen 180 dagen vóór overlijden van de schenker wordt bij fictie geacht door het overlijden te zijn verkregen en valt onder de erfbelasting. Dit heeft tot gevolg dat zowel aangifteplicht voor de schenkbelasting als aangifteplicht voor de erfbelasting bestaat. De schenkbelasting wordt vervolgens verrekend met de erfbelasting. De voorgestelde maatregel houdt in dat de schenking binnen 180 dagen vóór overlijden niet als schenking wordt aangemerkt, waardoor de verplichting tot het doen van aangifte schenkbelasting vervalt. 

Aanpassing Successiewet naar aanleiding van een arrest van de HR over biologisch kind

De HR heeft in zijn arrest van 6 september 2024 geoordeeld dat het verschil in behandeling voor de schenk- en erfbelasting tussen kinderen die geboren zijn binnen het huwelijk en buitenhuwelijkse kinderen die niet in familierechtelijke betrekking stonden tot hun biologische ouder maar wel een zodanig nauwe relatie met hem hadden dat sprake is van 'family life', in strijd is met het discriminatieverbod van art. 14 EVRM. Dit wordt gerepareerd in de wet. 

Wijziging Successiewet 1956 n.a.v. arrest Hoge Raad over de breukdelengemeenschap

De Hoge Raad (HR) heeft op 16 februari 2024 arrest gewezen in een zaak waarin gehuwden in het zicht van overlijden van een van de echtgenoten de gerechtigdheid tot het vermogen van de huwelijksgemeenschap wijzigden. Omdat de grootte van de nalatenschap van de echtgenoot die vermoedelijk als eerste overlijdt, daalt, wordt erfbelasting voorkomen. Deze ‘constructie’ wordt als onwenselijk beschouwd en daarom wordt de wet gewijzigd. 

Als maatregel wordt voorgesteld dat, wanneer sprake is van een gemeenschap van goederen waartoe beide echtgenoten voor ongelijke breukdelen zijn gerechtigd of een ‘ongelijk verrekenbeding’, schenk- of erfbelasting wordt geheven voor zover een belastingplichtige meer dan 50% verkrijgt bij ontbinding van die gemeenschap of op grond van het verrekenbeding. De wetswijziging zal voor consultatie gepubliceerd worden op internetconsultatie.nl. 

Wet terugdraaien afschaffing verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport 

De verhoging van het btw-tarief op cultuur, media en sport naar 21% wordt teruggedraaid. Hiermee samenhangend wordt de tabelcorrectiefactor beperkt toegepast ter dekking van deze maatregel. 

Verlengen aangiftetermijn erfbelasting  

Voor de erfbelasting geldt een aangiftetermijn van acht maanden na het overlijden. Deze termijn is voor de burger vaak te kort om juist en volledig aangifte erfbelasting te kunnen doen. Als na die acht maanden aangifte erfbelasting wordt gedaan, is belastingrente verschuldigd, ook als sprake is van verleend uitstel. Dit geeft onbegrip bij burgers en dat leidt tot bezwaren tegen de belastingrentebeschikking. Om dit op te lossen wordt een aangiftetermijn van twintig maanden en daarmee samenhangend een later ingangstijdstip van belastingrente erfbelasting voorgesteld.