Verrekenprijzen belast met btw?
Verrekenprijzen belast met btw?
De behandeling van verrekenprijzen (of transfer pricing) voor de btw is al langer onderwerp van discussie. Op 3 april 2025 is een conclusie van de Advocaat-Generaal (A-G) bij het Hof van Justitie (HvJ) gepubliceerd over btw-behandeling van verrekenprijzen volgens de ‘methode van de transactionele nettomarge tussen een Belgisch moederbedrijf en een Roemeens dochterbedrijf in de zaak Arcomet Towercranes. De A-G is van mening dat de TP-correctie belastbaar is voor de btw. Deze conclusie, hoewel niet bindend, is een belangrijk advies aan het HvJ.
De A-G is van mening dat de btw-behandeling van verrekenprijzen van geval tot geval beoordeeld moet worden. Verrekenprijzen zijn in de praktijk namelijk complex vanwege de volgende redenen:
In het geval van Arcomet Towercranes is er geen eerdere levering tegen vergoeding tussen moeder en dochter waar de correctie aan gekoppeld kan worden. Moeder en dochter hebben wel een overeenkomst gesloten waarin de onderlinge prestaties en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Op basis daarvan is de A-G van mening dat de TP-correctie de vergoeding voor deze door de moeder verrichte prestaties vormt. De moeder zorgt namelijk onder andere voor de strategie, planning, onderhandelingen en financiën van de dochter. Volgens de A-G maakt het ook niet uit dat de exacte vergoeding niet van tevoren vaststaat, omdat de manier waarop de vergoeding wordt berekend wel duidelijk in het contract is vastgelegd. Ondanks het ontbreken van een vooraf verrichte levering of dienst tegen vergoeding waarvoor een correctie wordt gemaakt, is de A-G dus van mening dat de TP-correctie de vergoeding is voor een afzonderlijke dienst van de moeder en daardoor btw-belast kan zijn. Het standpunt van Arcomet Towercranes dat een betaling een TP-correctie is en daarom in ieder geval niet voor btw-heffing in aanmerking komt, is volgens de A-G dan ook niet juist.
Feiten van de zaak
Het wereldwijde concern Arcomet Towercranes houdt zich bezig met kraanverhuur. De Roemeense dochter koopt en huurt kranen van leveranciers die daarna worden verhuurd of verkocht aan klanten. De Belgische moeder is op basis van schriftelijke afspraken verantwoordelijk voor het zoeken van leveranciers voor haar dochterondernemingen en het onderhandelen over de contractvoorwaarden. De overeenkomsten worden gesloten door de dochtervennootschap. De operationele winstmarge van de Roemeense dochter wordt volgens de OESO-richtlijnen vastgesteld op -0,71% tot 2,74%. Als de winstmarge groter is dan 2,74% stuurt de Belgische moeder een factuur ter correctie van de te hoge winst (TP-correctie). Wanneer het verlies groter is dan -0,71%, stuurt de Roemeense dochter een factuur ter correctie van dit te hoge verlies. Nadat door de Roemeense dochter een hogere winst werd geboekt dan de vastgestelde winstmarge, is daarvoor een factuur uitgereikt en een bedrag betaald aan de Belgische moeder. De vraag die nu speelt is of deze betaling op basis van de TP-correctie btw-gevolgen heeft.De A-G is van mening dat de btw-behandeling van verrekenprijzen van geval tot geval beoordeeld moet worden. Verrekenprijzen zijn in de praktijk namelijk complex vanwege de volgende redenen:
- Er bestaan verschillen tussen de begrippen van directe belastingen (zoals winstbelasting) en indirecte belastingen (zoals btw).
- Er zijn verschillende manieren om verrekenprijzen te berekenen volgens de OESO-richtlijnen waardoor correcties niet altijd op dezelfde manier plaatsvinden.
- Voor de btw moet altijd worden gekeken naar alle omstandigheden van het geval, waardoor al snel sprake is van maatwerk.
Wanneer is er sprake van een btw-belaste TP-correctie?
Er is sprake van een btw-belaste dienst wanneer een rechtstreeks verband bestaat tussen de dienst en de tegenprestatie. De btw-behandeling van TP-correcties is niet altijd duidelijk en in de praktijk ontbreekt het aan duidelijk standpunt van de (Europese) wetgever. In het verleden heeft de Europese Commissie een voorzet gegeven voor de btw-behandeling van TP-correcties en aspecten genoemd die in ogenschouw moeten worden genomen bij de beoordeling of een TP-correctie invloed heeft op de hoogte van de btw-heffing. Er moet volgens de Europese Commissie met name gekeken worden of de correctie kan worden gekoppeld aan één of meerdere transacties. Bij een correctie die niet te koppelen is aan transactie, zou deze in de winstsfeer spelen en zou deze mogelijk geen btw-gevolgen hebben.In het geval van Arcomet Towercranes is er geen eerdere levering tegen vergoeding tussen moeder en dochter waar de correctie aan gekoppeld kan worden. Moeder en dochter hebben wel een overeenkomst gesloten waarin de onderlinge prestaties en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Op basis daarvan is de A-G van mening dat de TP-correctie de vergoeding voor deze door de moeder verrichte prestaties vormt. De moeder zorgt namelijk onder andere voor de strategie, planning, onderhandelingen en financiën van de dochter. Volgens de A-G maakt het ook niet uit dat de exacte vergoeding niet van tevoren vaststaat, omdat de manier waarop de vergoeding wordt berekend wel duidelijk in het contract is vastgelegd. Ondanks het ontbreken van een vooraf verrichte levering of dienst tegen vergoeding waarvoor een correctie wordt gemaakt, is de A-G dus van mening dat de TP-correctie de vergoeding is voor een afzonderlijke dienst van de moeder en daardoor btw-belast kan zijn. Het standpunt van Arcomet Towercranes dat een betaling een TP-correctie is en daarom in ieder geval niet voor btw-heffing in aanmerking komt, is volgens de A-G dan ook niet juist.