Verdeeldheid in Tweede Kamer over plannen voor zzp’ers
Verdeeldheid in Tweede Kamer over plannen voor zzp’ers
Op 3 april 2025 debatteerde de Tweede Kamer uitgebreid over het zzp-dossier. Met name het terugdringen van schijnzelfstandigheid en het introduceren van nieuwe regels voor het beoordelen van arbeidsrelaties stond hierbij centraal. Uit het debat bleek opnieuw verdeeldheid over de aanpak op het zzp-dossier.
De zelfstandigentoets
Bij de zelfstandigentoets staat de vraag centraal of de persoon die het werk uitvoert kwalificeert als zelfstandige. Hierbij wordt met name stilgestaan bij de vraag hoe de werkende zich in het economisch verkeer gedraagt en of de werkende een adequate voorziening heeft voor pensioen en arbeidsongeschiktheid.
De werkrelatietoets
Bij de werkrelatietoets staat de vraag centraal of de wijze waarop de werkrelatie is ingericht belemmeringen bevat om als zelfstandige werkzaam te zijn. Hierbij zijn de wil van partijen, de vrijheid om werktijden te bepalen, de vrijheid om de werkwijze te bepalen en de vraag of de zzp’er een hiërarchische positie binnen de organisatie inneemt van belang.
Het sectorale rechtsvermoeden
Ten slotte kan op sectoraal niveau een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst worden geïntroduceerd op basis van bepaalde criteria. Als voorbeeld wordt verwezen naar het Belgische recht, waarin de persoon die goederen en personen vervoert met een voertuig waarvan die persoon geen eigenaar is, wordt vermoed werknemer te zijn.
Ondertussen is de Belastingdienst sinds 1 januari 2025 weer volledig aan het handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat de Belastingdienst weer actief bezig is met bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken en een naheffing of correctieverplichting kan opleggen. Daarnaast zijn er bij schijnzelfstandigheid financiële risico’s vanuit het arbeids- en pensioenrecht die jaren terug kunnen gaan. Voor organisaties is stilzitten daarom geen optie meer en is het van belang om het zzp-proces op orde te brengen.
Aanmelden
Heeft u behoefte aan individueel advies op het zzp-dossier? Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten. We helpen u graag verder.
VBAR
Het kabinet is al enige tijd bezig met het doorvoeren van het Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR). Dit wetsvoorstel beoogt een lijst van indicaties op te nemen in wet- en regelgeving op grond waarvan kan worden vastgesteld wanneer iemand ‘in dienst van’ een werkgever werkt. Het betreft indicaties van werknemerschap, zelfstandigheid en ondernemerschap van de persoon. Daarnaast gaat de VBAR uit van een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst bij een laag uurtarief. Deze tariefgrens was oorspronkelijk vastgesteld op € 33 per uur maar zal na indexatie waarschijnlijk uitkomen op ten minste € 36 per uur.Zelfstandigenwet
Kort voor het commissiedebat van 3 april 2025 dienden VVD, D66, CDA en SGP een eigen voorstel in voor een nieuwe ‘Zelfstandigenwet’, geïnspireerd op het Belgische recht. Dit alternatieve plan bestaat uit drie onderdelen:De zelfstandigentoets
Bij de zelfstandigentoets staat de vraag centraal of de persoon die het werk uitvoert kwalificeert als zelfstandige. Hierbij wordt met name stilgestaan bij de vraag hoe de werkende zich in het economisch verkeer gedraagt en of de werkende een adequate voorziening heeft voor pensioen en arbeidsongeschiktheid.
De werkrelatietoets
Bij de werkrelatietoets staat de vraag centraal of de wijze waarop de werkrelatie is ingericht belemmeringen bevat om als zelfstandige werkzaam te zijn. Hierbij zijn de wil van partijen, de vrijheid om werktijden te bepalen, de vrijheid om de werkwijze te bepalen en de vraag of de zzp’er een hiërarchische positie binnen de organisatie inneemt van belang.
Het sectorale rechtsvermoeden
Ten slotte kan op sectoraal niveau een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst worden geïntroduceerd op basis van bepaalde criteria. Als voorbeeld wordt verwezen naar het Belgische recht, waarin de persoon die goederen en personen vervoert met een voertuig waarvan die persoon geen eigenaar is, wordt vermoed werknemer te zijn.
Hoe nu verder?
De verdeeldheid in de Tweede Kamer over de zzp-voorstellen zorgt voor onzekerheid in de markt. Terwijl VVD, D66, CDA en SGP zoeken naar steun van een meerderheid voor hun eigen voorstel, wilt minister Van Hijum verder met de VBAR. Daarbij moet de minister wel rekening houden met de Eerste Kamer. De discussie zal de komende tijd ongetwijfeld voortduren. De minister heeft aangegeven voor de zomer met een gewijzigd wetsvoorstel te komen en dat nog steeds wordt gestreefd naar een inwerkingtreding per 1 januari 2026, al is het zeer de vraag of die datum nog haalbaar is.Ondertussen is de Belastingdienst sinds 1 januari 2025 weer volledig aan het handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat de Belastingdienst weer actief bezig is met bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken en een naheffing of correctieverplichting kan opleggen. Daarnaast zijn er bij schijnzelfstandigheid financiële risico’s vanuit het arbeids- en pensioenrecht die jaren terug kunnen gaan. Voor organisaties is stilzitten daarom geen optie meer en is het van belang om het zzp-proces op orde te brengen.
Meer weten?
Meer weten over de ontwikkelingen op het zzp-dossier of het inrichten van uw zzp-proces? BDO organiseert op verschillende plekken in het land de interactieve workshop ‘De transitie: werken met zzp’ers in 2025’. Meer informatie is te vinden op onze evenementpagina.Aanmelden
Heeft u behoefte aan individueel advies op het zzp-dossier? Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten. We helpen u graag verder.