Transfer pricing: financiële doorstromers in het Verrekenprijsbesluit

In het Nederlandse Verrekenprijsbesluit van 14 juni 2022 wordt een aantal wijzigingen beschreven ten opzichte van het Besluit uit 2018. Eén van de nieuwe beleidsregels in het Verrekenprijsbesluit betreft een uitwerking van het begrip ‘control over risk’ in het kader van financiële transacties waarbij zogenaamde dienstverleningslichamen (“DVL”) of doorstromers als intermediair betrokken zijn bij het ontvangen en betalen van rente, royalty’s, huur- of leasetermijnen. 

Het besluit beschrijft drie mogelijkheden met betrekking tot control over risk in de context van een DVL:
  1. De DVL heeft volledige controle over het risico en de financiële draagkracht om het risico te dragen; 
  2. De DVL heeft geen controle over het risico en/of onvoldoende financiële draagkracht; of
  3. De DVL heeft gedeelde controle over het risico en heeft de daarvoor de benodigde financiële draagkracht.
Indien situatie 2 van toepassing is en de DVL geen control over risk heeft, lijkt met inachtneming van het zakelijkheidsbeginsel een vergoeding gelijk aan de risicovrije rentevoet en een handling fee gerelateerd aan de eigen operationele kosten voor de DVL voor de hand te liggen. Het resterende deel van de op de rentespread gebaseerde inkomsten moet vervolgens worden toegerekend aan de verbonden entiteit die wel control over risk heeft. Dit zou een neerwaartse aanpassing van de fiscale winst met zich meebrengen, die daardoor afwijkt van de commerciële winst.

Tegengaan mismatches

Tegelijkertijd geeft het Besluit aan dat wanneer er sprake is van een verrekenprijsverschil binnen een groep die op zijn beurt leidt tot een situatie waarin een deel van de groepswinst niet onderworpen wordt aan een winstbelasting, kan er worden afgeweken van het Besluit. Deze aanpak is conform de Wet tegengaan Mismatches bij Toepassing Zakelijkheidsbeginsel van 1 januari 2022 gericht op het neutraliseren van verrekenprijsverschillen waardoor de gehele groepswinst ergens onderworpen is aan winstbelasting. 

Tot slot

In veel gevallen zal een corresponderende opwaartse aanpassing niet worden gemaakt. Indien de commerciële / contractuele werkelijkheid door de groep wordt gevolgd, volgt er geen transfer pricing aanpassing en valt de (rente)spread alsnog in de Nederlandse belastbare winst. Indien er wordt aangesloten bij de regels in het Verrekenprijsbesluit, zal de spread worden vergoed aan het lichaam met control over risk. Een multinationale groep zal bij deze keuze zonder twijfel meewegen de mogelijkheid van verliesverrekening en/ of gunstige belastingtarieven. Zo bezien is de Wet niet alleen een anti-misbruik maatregel maar kan deze ook dienen als fiscaal sturingsmechanisme.