Ontwikkelingen transfer pricing (2): dit moet u weten over cashpooling

Ontwikkelingen transfer pricing (2): dit moet u weten over cashpooling

Cashpooling is een afspraak tussen verbonden entiteiten waarbij de debet- en creditsaldi van de individuele bankrekeningen worden gesaldeerd. Zo worden liquiditeiten geoptimaliseerd, de behoefte aan externe geldleningen verminderd en rentelasten beperkt.

Er zijn 2 varianten van cashpooling: fysieke cashpools en notionele cashpools.

Fysieke cashpools

  • Bij een fysieke cashpool worden liquide middelen dagelijks daadwerkelijk overgemaakt naar een centrale bankrekening. Het doel is om overtollige kasmiddelen te gebruiken om tekorten bij andere entiteiten aan te vullen. Daarvoor dienen deelnemende entiteiten een rekening aanhouden bij dezelfde bank die de cashpool beheert. De cashpooldeelnemers krijgen op die manier een rekening-courantvordering of schuld met de cashpoolleader (CPL). Er wordt rente vergoed aan de entiteiten met overschotten en rente berekend over de tekorten.

Notionele cashpools

  • Bij een notionele cashpool worden er geen daadwerkelijke transacties tussen de entiteiten uitgevoerd. Saldi worden slechts op papier gesaldeerd, waarbij de rente wordt berekend op basis van de netto positie van de entiteiten binnen de cashpool.

Nederlandse Verrekenprijsbesluit

Voor transfer pricing dient te worden vastgesteld hoe deze voordelen worden verdeeld over de cashpooldeelnemers en wat een passende vergoeding voor de CPL is.

Op basis van het Besluit van 14 juni 2022 dient rekening te worden gehouden met het volgende:   

  • De schaal- of synergievoordelen van de cashpool dienen, na een zakelijke vergoeding voor de CPL, ten goede te komen aan alle participanten zowel degene die debet staan als degene die credit staan. Immers, dit voordeel vloeit voort uit het totale volume en het aantal transacties binnen de cashpool.
  • Voor de ‘cross-guarantees’ waarbij de cashpoolparticipanten zich voor elkaar garantstellen, zal in het algemeen geen garantievergoeding verschuldigd zijn.
  • De zakelijke vergoeding voor de CPL is afhankelijk van de complexiteit en volume van de cashpool, en het inherente debiteuren risico voor de CPL. Ook hier moet onderscheid worden gemaakt tussen de fysieke en notionele cashpool aangezien de notionele cashpool leader geacht wordt minder waarde toe te voegen dan de fysieke cashpool leader.
  • Waar bij een fysieke cashpool leader een zakelijke vergoeding is gebaseerd op haar eigen administratieve kosten (cost-plus) én een spread op de rekening courantposities, zal die bij een notionele cashpool leader normaliter bestaan uit alleen een administratieve vergoeding.

Conclusies

De zakelijkheid van de binnen de cashpool gehanteerde voorwaarden, de vergoeding voor de CPL en de synergievoordelen dienen te worden onderbouwd en gedocumenteerd. Naast een zogenaamd "cashpool policy paper" waarin de onderneming beschrijft hoe de cashpool juridisch, feitelijk en economisch werkt, dient ook te worden onderbouwd waarom de gehanteerde transfer-pricingmethode voor de vergoeding van de CPL en de verdeling van de synergievoordelen leidt tot zakelijke uitkomsten. In de praktijk kan een participant gedurende langere tijd een creditstand hebben in een cashpool. Over dergelijke langdurige creditstanden vinden in de praktijk geregeld discussies plaats met de belastingdienst aangezien een cashpool in principe bedoeld is voor korte termijn financiering van werkkapitaal. De discussie spitst zich dan in het bijzonder toe op het feit dat een te lage rente, namelijk kortetermijnrente, is ontvangen door de betreffende participant.