Nieuwe btw-regels voor platformeconomie
Nieuwe btw-regels voor platformeconomie
Binnen VAT in the Digital Age (of ViDA) zullen er nieuwe regels gelden voor de platformeconomie, met name voor de accommodatie- en personenvervoersector. Deze regels zijn op 11 maart 2025 formeel aangenomen en op 25 maart 2025 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De nieuwe regels bestaan uit twee delen: een platformfictie en een nieuwe regel voor de plaats van dienst van faciliteringsdiensten.
De nieuwe platformfictie heeft betrekking op kortdurende verhuur van accommodaties en personenvervoer over de weg. Alleen ononderbroken verblijven van maximaal 30 nachten van dezelfde persoon worden beschouwd als kortdurende verhuur van accommodatie. Deze kortdurende verhuur van accommodatie wordt belast volgens criteria, voorwaarden en beperkingen die door de lidstaten worden vastgesteld. Deze criteria, voorwaarden en beperkingen moeten vóór 1 juli 2028 aan het btw-comité worden meegedeeld.
Platforms vallen alleen onder de platformfictie als ze de onderliggende dienst faciliteren. Dit betekent dat het platform een afnemer en een dienstverrichter in staat moeten stellen om met elkaar contact te leggen, welk contact resulteert in een verrichting van diensten via het platform. Platforms die aan bepaalde voorwaarden voldoen, worden niet geacht de dienst te faciliteren en vallen daardoor buiten het bereik van de platformfictie. Betalingsdienstaanbieders, ondernemers die alleen listings of advertenties aanbieden of klanten doorsturen of doorverwijzen naar andere elektronische interfaces vallen ook buiten het bereik van de platformfictie.
Onder de platformfictie geldt voor de dienst van de onderliggende dienstverrichter aan het platform een vrijstelling zonder recht op aftrek van btw. De daaropvolgende dienst aan de afnemer is belast, tenzij er een vrijstelling geldt in de lidstaat waar de btw verschuldigd is. Als de dienst is vrijgesteld, heeft dit geen invloed op het recht op btw-aftrek van het platform.
De platformfictie is niet van toepassing als de onderliggende dienstverrichter het platform een btw-identificatienummer verstrekt van de lidstaat waar de btw verschuldigd is of een OSS-identificatienummer verstrekt, als hij de OSS gebruikt om de btw op deze diensten aan te geven. De onderliggende dienstverrichter moet ook aan het platform verklaren dat hij alle btw terzake van de dienst in rekening zal brengen. EU-lidstaten kunnen diensten die op hun grondgebied worden verricht in het kader van de kleineondernemersregeling uitsluiten van de reikwijdte van de platformfictie. Het gevolg hiervan is dat deze diensten zijn vrijgesteld.
Neem contact op
Platformfictie
Op grond van de platformfictie wordt een platform geacht het onderliggende goed of de onderliggende dienst te hebben verworven en vervolgens te hebben geleverd. Hierdoor wordt het platform degene die verantwoordelijk is voor de voldoening van de btw op de levering of dienst aan de uiteindelijke klant.De nieuwe platformfictie heeft betrekking op kortdurende verhuur van accommodaties en personenvervoer over de weg. Alleen ononderbroken verblijven van maximaal 30 nachten van dezelfde persoon worden beschouwd als kortdurende verhuur van accommodatie. Deze kortdurende verhuur van accommodatie wordt belast volgens criteria, voorwaarden en beperkingen die door de lidstaten worden vastgesteld. Deze criteria, voorwaarden en beperkingen moeten vóór 1 juli 2028 aan het btw-comité worden meegedeeld.
Platforms vallen alleen onder de platformfictie als ze de onderliggende dienst faciliteren. Dit betekent dat het platform een afnemer en een dienstverrichter in staat moeten stellen om met elkaar contact te leggen, welk contact resulteert in een verrichting van diensten via het platform. Platforms die aan bepaalde voorwaarden voldoen, worden niet geacht de dienst te faciliteren en vallen daardoor buiten het bereik van de platformfictie. Betalingsdienstaanbieders, ondernemers die alleen listings of advertenties aanbieden of klanten doorsturen of doorverwijzen naar andere elektronische interfaces vallen ook buiten het bereik van de platformfictie.
Onder de platformfictie geldt voor de dienst van de onderliggende dienstverrichter aan het platform een vrijstelling zonder recht op aftrek van btw. De daaropvolgende dienst aan de afnemer is belast, tenzij er een vrijstelling geldt in de lidstaat waar de btw verschuldigd is. Als de dienst is vrijgesteld, heeft dit geen invloed op het recht op btw-aftrek van het platform.
De platformfictie is niet van toepassing als de onderliggende dienstverrichter het platform een btw-identificatienummer verstrekt van de lidstaat waar de btw verschuldigd is of een OSS-identificatienummer verstrekt, als hij de OSS gebruikt om de btw op deze diensten aan te geven. De onderliggende dienstverrichter moet ook aan het platform verklaren dat hij alle btw terzake van de dienst in rekening zal brengen. EU-lidstaten kunnen diensten die op hun grondgebied worden verricht in het kader van de kleineondernemersregeling uitsluiten van de reikwijdte van de platformfictie. Het gevolg hiervan is dat deze diensten zijn vrijgesteld.
Plaats van dienst bij faciliteringsdiensten
Ongeacht of de platformfictie van toepassing is, verricht een platform faciliteringsdiensten voor de btw als de dienstverrichter of afnemer op het platform het platform moet betalen voor zijn diensten. In het geval van B2B-diensten is de plaats van deze dienst de plaats waar de afnemer is gevestigd. De btw wordt verlegd naar de afnemer als de dienstverrichter niet is gevestigd in de lidstaat waar de btw verschuldigd is. Voor B2C-diensten geldt vanaf 1 juli 2028 een speciale regel voor de plaats van dienst.. Deze zullen belast zijn op de plaats waar de onderliggende transactie belast is.Boekhoudverplichtingen
Voor transacties waarvoor het platform niet onder de platformfictie valt, moet het gegevens bijhouden van de onderliggende diensten die het heeft gefaciliteerd. Deze gegevens moeten op verzoek elektronisch beschikbaar worden gesteld aan de lidstaten en moeten worden bewaard gedurende 10 jaar na het einde van het jaar waarin de transactie is uitgevoerd. Houd er rekening mee dat de bepalingen inzake het bijhouden van gegevens voor platforms al sinds 1 juli 2021 van toepassing zijn op B2C-leveringen van goederen en diensten die in de EU aan btw onderworpen zijn. De voorgestelde bepaling breidt deze verplichting daarom alleen uit tot B2B-transacties.Gevolgen
De vele opties die de lidstaten krijgen om voorwaarden of beperkingen op te leggen of om te bepalen dat kleine ondernemers die gebruikmaken van de kleineondernemersregeling niet onder de platformfictie vallen, maken de nieuwe regels complex. Op dit moment is de platformfictie beperkt tot slechts twee sectoren, maar we kunnen verwachten dat deze bij een succesvolle toepassing in de toekomst naar andere sectoren zal worden uitgebreid.Meer informatie?
Als u vragen heeft over deze nieuwe ViDA-regels dan helpen wij u graag verder. Neem dan contact op met een van onze btw-adviseurs voor meer informatie.Neem contact op