Voor het moment waarop btw moet worden voldaan worden in de btw twee stelsels gehanteerd: het factuurstelsel en het kasstelsel. Het factuurstelsel vormt de hoofdregel en bepaalt dat btw is verschuldigd in het tijdvak waarin de factuur is uitgereikt (of had moeten worden uitgereikt). Op basis van het kasstelsel is btw verschuldigd op het moment dat de betaling wordt ontvangen. Het kasstelsel is alleen van toepassing voor bepaalde groepen van ondernemers.
Voor wat betreft de aftrek van btw op basis van een factuur van een ondernemer die het kasstelsel toepast, wordt in Nederland uitgegaan van de factuurdatum als het moment waarop de btw in aftrek mag worden gebracht. Uit een recente uitspraak van het Hof van Justitie blijkt dat dit onjuist is. Hanteert u het kasstelsel, overweegt u het kasstelsel te hanteren of neemt u prestaties af van ondernemers die het kasstelsel hanteren? Dan is deze recente uitspraak voor u van belang. Dit lichten wij in dit artikel voor u toe.
Hof van Justitie: moment van btw-aftrek en kasstelsel
Onlangs werd aan het Hof van Justitie de vraag voorgelegd op welk moment het recht op aftrek van btw ontstaat in de situatie waarin een leverancier of dienstverrichter het kasstelsel toepast. Het oordeel van het Hof van Justitie komt er in de kern op neer dat voor het ontstaan van het recht op aftrek van btw bij de afnemer moet worden aangesloten bij het tijdstip waarop de dienstverrichter of leverancier de btw verschuldigd wordt. Deze twee tijdstippen zijn dus aan elkaar gekoppeld. Dit betekent dat in het geval een dienstverrichter of leverancier het kasstelsel toepast, het recht op aftrek van de afnemer ontstaat op het moment waarop de vergoeding voor de prestatie wordt ontvangen door die leverancier of de dienstverrichter. Deze is de btw namelijk bij ontvangst van de vergoeding verschuldigd aan de Belastingdienst.
Gevolgen voor u als afnemer
Op basis van het oordeel van het Hof van Justitie is de factuurdatum dus niet bepalend voor het moment van het uitoefenen van het recht op aftrek als de dienstverrichter of leverancier het kasstelsel toepast. De btw dient in dat geval in aftrek te worden gebracht in het tijdvak waarin de vergoeding voor de prestatie is betaald. Om te voorkomen dat u als afnemer de btw in het verkeerde tijdvak in aftrek brengt is van belang dat de leverancier of dienstverrichter, met name wanneer u in een ander tijdvak betaalt dan wanneer de factuur wordt ontvangen, op de factuur vermeldt dat hij het kasstelsel toepast.
Wij illustreren dit aan de hand van het volgende voorbeeld:
En dienstverrichter past het kasstelsel toe en reikt een factuur uit met als factuurdatum 15 maart (eerste kwartaal) en u betaalt de vergoeding op 15 april (tweede kwartaal). U dient dan de btw in aftrek te brengen in uw aangifte over het tweede kwartaal ondanks dat de factuurdatum in het eerste kwartaal valt. De dienstverrichter geeft deze btw aan in zijn aangifte over het tweede kwartaal.
Het omgekeerde geldt naar onze mening echter niet zonder meer. Indien u op 15 maart de dienstverrichter betaalt, maar pas op 15 april een factuur ontvangt, kan u de btw mogelijk pas in aftrek brengen in het tweede kwartaal. Voor het uitoefenen van het recht op aftrek is namelijk vereist dat u beschikt over een factuur die voldoet aan de factuurvereisten. U beschikt hierover wel voordat u de aangifte over het eerste kwartaal indient, maar de vraag is of u hierover niet al diende te beschikken in maart om de btw in het eerste kwartaal in aftrek te kunnen brengen. Overleg voor deze situatie met uw adviseur.
Lopen betaling en ontvangst van de factuur samen, bijvoorbeeld omdat u een product koopt in een winkel, direct betaalt en om een btw-bon vraagt, dan heeft de recente uitspraak uiteraard geen gevolgen.
Leveranciers of dienstverrichters die kasstelsel toepassen
U kunt er rekening mee houden dat de volgende ondernemers het kasstelsel in ieder geval moeten toepassen: winkeliers (waaronder webwinkels), marktkooplieden, schoenmakers (voor het repareren van schoenen), kappers, glazenwassers, wasserijen, fietsenmakers, schoonheidsverzorgingsbedrijven, behangers, stoffeerders, horecabedrijven, autorijscholen, advocaten die hun praktijk alleen uitoefenen en ondernemers die voor meer dan 90% goederen of diensten aan particulieren leveren vanuit een inrichting (bijvoorbeeld een winkel) die bestemd is voor het leveren van goederen en diensten aan particulieren. Deze ondernemers mogen overigens afzien van het kasstelsel, maar dit zal dan wel moeten blijken uit de administratie.
Gevolgen voor u als leverancier of dienstverrichter die het kasstelsel toepast
Als u het kasstelsel toepast raden wij u aan op de factuur te vermelden dat u het kasstelsel toepast. Volgens EU btw-wetgeving bent u ook verplicht dit te doen. In de Nederlandse wetgeving is dit echter niet opgenomen. Wij roepen de Nederlandse wetgever dan ook op om deze verplichting op te nemen in de Nederlandse btw-wetgeving, zodat afnemers op de hoogte zijn van de toepassing van het kasstelsel door hun leverancier of dienstverrichter. Vooralsnog geldt naar onze mening wel dat als u de btw in aftrek brengt op het moment dat u de factuur ontvangt, u met een beroep op de Nederlandse btw-wetgeving deze handelswijze kunt continueren. Mogelijk verandert de wetgeving of is het voor u voordelig of gewenst om de btw op basis van de datum van betaling in aftrek te brengen. U kunt dan een beroep doen op de EU btw-wetgeving en het recente arrest van het Hof van Justitie.
Meer informatie?
Als u vragen heeft of de gevolgen voor uw situatie wilt beoordelen, neem dan contact op met een van onze adviseurs. Wij zijn u graag behulpzaam!