Internetconsultatie wetsvoorstel concurrentiebeding

Het concurrentiebeding is een veelbesproken onderwerp. Werkgevers willen hun bedrijfsbelangen beschermen, terwijl werknemers zich aangetast voelen in hun vrije arbeidskeuze. Onlangs is het kabinet een internetconsultatie gestart over een wetsvoorstel dat de regels rondom het concurrentiebeding aan moet scherpen. Na deze internetconsultatie wordt het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd.
    

Hoe ziet het concurrentiebeding er nu uit? 

Op dit moment kunnen een werkgever en werknemer een geldig concurrentiebeding overeenkomen als deze schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is slechts geldig als bij het beding een schriftelijke motivering van de werkgever is opgenomen waaruit blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.

Hoe gaat het concurrentiebeding er uitzien? 

De inhoud van het beding

Het nieuwe wetsvoorstel regelt dat werkgevers een concurrentiebeding nog maximaal twaalf maanden mogen opleggen. Daarnaast wordt het opnemen van het geografisch bereik van het beding verplicht. Dit betekent dat werkgevers moeten aangeven binnen welk gebied het concurrentiebeding geldt. Verder moeten werkgevers de zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen voortaan ook schriftelijk motiveren als het beding is opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Inroepen van het beding

Volgens het wetsvoorstel moeten werkgevers een concurrentiebeding voortaan in beginsel uiterlijk een maand voor het einde van het dienstverband schriftelijk inroepen. Als zij dit niet doen, verliest het beding zijn geldigheid. Werkgevers moeten daarbij ook aangeven hoe lang het concurrentiebeding wordt gehandhaafd. Als een werknemer zelf het dienst verband opzegt, moet de werkgever het concurrentiebeding binnen twee weken na de opzeggingshandeling van de werknemer inroepen.

Vergoeding bij het inroepen

Als een werkgever het concurrentiebeding inroept, is de werkgever aan de werknemer een vergoeding verschuldigd van (kort gezegd) 50% van het maandloon voor elke maand dat het beding wordt gehandhaafd. Deze vergoeding moet in beginsel uiterlijk op de einddatum van het dienstverband aan de werknemer ineens en volledig worden voldaan. Als de werknemer vervolgens toch het concurrentiebeding schendt, dan is de vergoeding onverschuldigd voldaan en kan deze worden teruggevorderd.

Hoe zit het met bestaande concurrentiebedingen?

Voor concurrentiebedingen die zijn aangegaan voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel gelden de vereisten ten aanzien van de maximale duur van twaalf maanden, het geografisch bereik en de motivering bij onbepaalde tijd niet. De inroepings- en vergoedingsvereisten zijn daarentegen na inwerkingtreding van het wetsvoorstel wél op bestaande concurrentiebedingen van toepassing. Dit betekent dat werkgevers richting het einde van het dienstverband steeds zullen moeten aangeven of ze het beding handhaven. Als dit het geval is zullen werkgevers een vergoeding moeten voldoen. 

Wanneer treedt het wetsvoorstel in werking?

De beoogde datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel is gesteld op 1 januari 2025. Het is echter de vraag of het wetgevingsproces voor die datum kan worden afgerond.

Wij helpen u graag bij vragen

Heeft u een vraag over een concurrentiebeding of over andere arbeidsrechtelijke ontwikkelingen? Neem dan gerust contact op met één van de experts van BDO Legal via legal@bdo.nl.  Graag in één keer op de hoogte van arbeidsrechtelijke wijzigingen? Schrijf u direct in voor de Landelijke Actualiteitendag Arbeidsrecht op 9 april 2024.

Inschrijven Landelijke Actualiteitendag Arbeidsrecht