Belastingrente vennootschapsbelasting in strijd met het evenredigheidsbeginsel
Belastingrente vennootschapsbelasting in strijd met het evenredigheidsbeginsel
De belastingrente voor de vennootschapsbelasting is op 7 november 2024 door rechtbank Noord-Nederland als onevenredig bestempeld. De rechtbank oordeelde dat een rente van 4% in plaats van 8% evenredig is.
De rechtbank had voor haar conclusie twee belangrijke argumenten:
Heeft u een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting met belastingrente ontvangen waarbij belastingrente in rekening is gebracht over een periode vanaf 1 januari 2022? Dan kunt u een verzoek om herziening van de rente indienen. Er bestaat momenteel nog onduidelijkheid over de termijn waarbinnen een herzieningsverzoek moet worden ingediend. Indien na de betreffende voorlopige aanslag alleen een definitieve aanslag wordt opgelegd, loopt de termijn voor het verzoek door tot en met zes weken na de dagtekening van de definitieve aanslag. De onduidelijkheid ziet op de situatie dat na de betreffende voorlopige aanslag met rente een tweede (of derde) voorlopige aanslag wordt opgelegd over hetzelfde belastingjaar. In dat geval raden wij u aan om het verzoek om herziening in te dienen binnen zes weken na de dagtekening van de opvolgende voorlopige aanslag.
Definitieve aanslagen
U kunt bezwaar maken tegen een definitieve aanslag vennootschapsbelasting waarbij belastingrente in rekening is gebracht over een periode vanaf 1 januari 2022. U kunt daarbij verwijzen naar deze uitspraak. U kunt ook voor andere belastingmiddelen bezwaar maken onder verwijzing naar de uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. Daarbij past wel de kanttekening dat niet beide argumenten van de rechtbank in stelling kunnen worden gebracht, waardoor de kans van slagen kleiner is. Zie hiervoor ook de hiervoor geschetste nog bestaande onduidelijkheden.
Uw BDO-adviseur helpt u graag bij het maken van bezwaar of het indienen van een verzoek om herziening van de rente bij een voorlopige aanslag.
Maak tijdig bezwaar, of verzoek tijdig om herziening!
De rechtbank had voor haar conclusie twee belangrijke argumenten:
- de belastingrente was tot en met 2023 gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties. Er is echter geen sprake van een handelstransactie tussen twee private partijen.
- de belastingrenteregeling sluit aan bij de verzuimrente. Er is echter geen sprake van een betalingsverzuim op het moment dat een aanslag vennootschapsbelasting wordt opgelegd.
Voor wie is deze uitspraak interessant?
Deze uitspraak is sowieso interessant voor vennootschappen die een aanslag vennootschapsbelasting hebben ontvangen waarbij belastingrente in rekening is gebracht over een periode vanaf 1 januari 2022.Onduidelijkheden
Er zijn nog een aantal zaken onduidelijk:- Sinds 1 januari 2024 is het percentage belastingrente niet meer gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties, maar aan de ECB-rente. Wel geldt hiervoor een opslag. Of de huidige berekeningsmethode en de gehanteerde opslag evenredig is, is nog niet aan een rechter voorgelegd.
- In hoeverre werkt deze uitspraak door naar andere belastingsoorten? De rechtbank hanteert twee grote criteria die niet een-op-een op andere belastingen toegepast kunnen worden. Dat maakt dat het onduidelijk is wat de kans van slagen is voor bijvoorbeeld de inkomstenbelasting (met een veel lager belastingrentepercentage) of de bronbelasting.
- Kun je nu zeggen dat voor alle belastingsoorten een rente van 4% redelijk is? Wij denken dat je die conclusie niet uit de uitspraak kunt trekken. Dat 4% door de rechter redelijk werd gevonden, kwam doordat beide partijen hier al overeenstemming over hadden bereikt.
- Dit is een uitspraak van een lagere rechter en er is een uitspraak van een andere rechter waarin de hoge rente wel in stand is gelaten. Het is onduidelijk of een hogere rechter op eenzelfde wijze beslist.
Wat kunt u zelf doen?
Voorlopige aanslagenHeeft u een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting met belastingrente ontvangen waarbij belastingrente in rekening is gebracht over een periode vanaf 1 januari 2022? Dan kunt u een verzoek om herziening van de rente indienen. Er bestaat momenteel nog onduidelijkheid over de termijn waarbinnen een herzieningsverzoek moet worden ingediend. Indien na de betreffende voorlopige aanslag alleen een definitieve aanslag wordt opgelegd, loopt de termijn voor het verzoek door tot en met zes weken na de dagtekening van de definitieve aanslag. De onduidelijkheid ziet op de situatie dat na de betreffende voorlopige aanslag met rente een tweede (of derde) voorlopige aanslag wordt opgelegd over hetzelfde belastingjaar. In dat geval raden wij u aan om het verzoek om herziening in te dienen binnen zes weken na de dagtekening van de opvolgende voorlopige aanslag.
Definitieve aanslagen
U kunt bezwaar maken tegen een definitieve aanslag vennootschapsbelasting waarbij belastingrente in rekening is gebracht over een periode vanaf 1 januari 2022. U kunt daarbij verwijzen naar deze uitspraak. U kunt ook voor andere belastingmiddelen bezwaar maken onder verwijzing naar de uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. Daarbij past wel de kanttekening dat niet beide argumenten van de rechtbank in stelling kunnen worden gebracht, waardoor de kans van slagen kleiner is. Zie hiervoor ook de hiervoor geschetste nog bestaande onduidelijkheden.
Uw BDO-adviseur helpt u graag bij het maken van bezwaar of het indienen van een verzoek om herziening van de rente bij een voorlopige aanslag.
Maak tijdig bezwaar, of verzoek tijdig om herziening!