• Aangekondigde wijzigingen Belastingplan 2024

Aangekondigde wijzigingen Belastingplan 2024

Het kabinet presenteert op dinsdag 19 september 2023 het Belastingplan 2024 met daarin de voorgenomen wijzigingen voor komend jaar. In aanloop naar die dag maakt de regering bekend welke regelingen het wil aanpassen of in het leven wil roepen. De specialisten van BDO geven u op deze pagina een overzicht van de belangrijkste fiscale wijzigingen die het kabinet voornemens is door te voeren.

Het kabinet kijkt naar de doelmatigheid van de toepassing van het verlaagde btw-tarief als geheel en in het bijzonder de toepassing ervan op sierteelt, arbeidsintensieve diensten (zoals schilders, kappers en schoenmakers), cultuur (zoals boeken, musea en bioscopen) en logies (zoals hotels en campings). Het kabinet beziet voorafgaand aan Prinsjesdag welke vervolgstappen het neemt. In geval van afschaffing of versobering zal gekeken worden naar de impact op specifieke groepen en wordt waar nodig gezocht naar alternatieve beleidsinstrumenten.

Bij dividendstripping wordt de economische en juridische gerechtigdheid tot dividenden opgesplitst om een dividendbelastingvoordeel te behalen. In het Belastingplan 2024 worden twee maatregelen opgenomen om dividendstripping vanaf 1 januari 2024 beter aan te kunnen pakken. De eerste maatregel ziet toe op het wettelijk vastleggen van een zogenoemde registratiedatum. De tweede maatregel ziet toe op het aanpassen van de bewijslastverdeling ter verbetering van de bewijspositie van de inspecteur. Deze maatregelen helpen te voorkomen dat door dividendstripping te weinig dividendbelasting wordt afgedragen.

  • Aandelen in VvE scharen onder spaargeld

Het aandeel in het vermogen van een Vereniging van Eigenaren (VvE) is een vermogensrecht dat tijdens de overbruggingsperiode van box 3 in de categorie ‘overige bezittingen’ valt. Deze vermogensrechten worden door middel van deze maatregel onder de categorie banktegoeden geplaatst, omdat dit vermogen meestal op een bankrekening staat en deze categorie daarom beter bij dit vermogensbestanddeel past.

  • Derdenrekening notaris scharen onder spaargeld

Het aandeel in het vermogen op de derdengeldenrekening van een notaris is ook een vermogensrecht dat tijdens de periode van de overbruggingswet box 3 in de categorie ‘overige bezittingen’ valt. Net zoals bij de aandelen in VvE worden de vermogensrechten door middel van deze maatregel onder de categorie banktegoeden geplaatst.

  • Defiscaliseren onderlinge vorderingen en schulden in box 3

Vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouder en minderjarige kinderen worden gedefiscaliseerd. Dit betekent dat deze vorderingen en schulden niet meer in de belastingaangifte hoeven te worden vermeld. Bij ouders en minderjarige kinderen gaat het dan alleen om de situatie waarin het inkomen van het minderjarige kind aan de ouders wordt toegerekend omdat alleen dan sprake is van dezelfde aangifte.

De aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten is op een aantal punten negatief geëvalueerd. De  doeltreffendheid en de doelmatigheid van de fiscale aftrek zijn beperkt. Het kabinet zal met Prinsjesdag   ingaan op de vraag op welke wijze de middelen voor chronisch zieken en gehandicapten gerichter kunnen worden ingezet. Daarbij zal gekeken worden naar mogelijke alternatieven voor de langere termijn, maar ook maatregelen voor de kortere termijn.

Tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan is aandacht besteed aan het risico op het ‘opknippen’ van vennootschappen om vaker gebruik te maken van de drempel (1 miljoen euro) in de generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel). Dit wordt met ingang van 1 januari 2025 aangescherpt door de drempel van de earningsstrippingmaatregel voor vastgoedlichamen met (aan derden) verhuurd vastgoed buiten toepassing te laten.

Het invoeren van het stelsel in box 3 op basis van werkelijk rendement wordt uitgesteld van 2026 naar 2027. In augustus 2023 wordt over de precieze vormgeving besloten.

Vanaf 2024 wordt het aftrekpercentage structureel verlaagd en het plafond maximaal investeringsbedrag verlaagd.

Vanaf 1 januari 2024 zou het mogelijk zijn om 10% van het pensioen- of lijfrentekapitaal ineens te ontvangen bij het ingaan van het pensioen of lijfrente. Deze wetswijziging wordt uitgesteld tot 1 juli 2024.

Het is de intentie om in box 3 belasting te gaan heffen over het werkelijk rendement. De wet zou hiertoe per 2026 worden gewijzigd. In de voorjaarsnota is te lezen dat dit uitgesteld wordt tot 2027.

Een belastingplichtige kan bij langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente afkopen zonder dat deze daar revisierente (standaard 20%) over is verschuldigd. Hiervoor is een maximumbedrag gesteld. Gaat men over dat maximumbedrag heen dan is de belastingplichtige over het gehele bedrag revisierente verschuldigd. De Staatssecretaris van Financiën wil dat veranderen en heeft daarom goedgekeurd dat, als een belastingplichtige in een dergelijke situatie een lijfrente afkoopt tot een hoger bedrag dan het wettelijk toegestane maximum, alleen over het excedent revisierente verschuldigd. Er is voorgesteld om deze goedkeuring per 1 januari 2024 in de wet op te nemen.

Direct waardevol advies 
Meer weten over de consequenties van fiscale veranderingen in uw specifieke situatie? De specialisten van BDO Tax & Legal bieden u graag nieuwe helderheid en een passend advies. Neem contact op via het contactformulier