Dga's en privépersonen

Het Belastingplan 2024 kenmerkt zich door versoberingen en inperkingen

De dga en vermogende particulier zijn de afgelopen vijf jaren overspoeld met voorstellen om belastingheffing op vermogen te verzwaren. In het belastingplanpakket 2024 wordt daar verder invulling aan gegeven. In dit artikel leest u een samenvatting van de voorgestelde plannen. 

LEES VOLLEDIGE UPDATE

Belasting op inkomen uit werk en woning

Belastingplichtigen met een hoger inkomen gaan komend jaar meer belasting betalen. Onder andere door een minder dan volledige indexatie van het startpunt van het toptarief in de inkomstenbelasting.

Belasting op inkomen uit een aanmerkelijk belang

Niet helemaal nieuw, maar wel belangrijk is de wijziging van het box 2-tarief per 1 januari 2024. Voor dga’s geldt dat het inkomen in box 2 met ingang van 1 januari 2024 zal worden belast met 24,5 procent over de eerste 67.000 euro aan inkomen (per persoon) en alles boven dit bedrag wordt belast met 31 33 procent. Dit betekent dat dga’s zorgvuldig moeten afwegen of zij nog in 2023 - onder het huidige tarief van 26,9 procent - een eenmalige (extra) hoge dividenduitkering moeten doen.

Belasting op vermogen

Door het uitstel van het nieuwe box 3-stelsel worden de opbrengsten voor de schatkist uit box 3 lager. Om dit op te vangen worden mensen met vermogen zwaarder belast. Dit wordt vormgegeven door een versnelde stijging van het box 3 -tarief met 2 4 procentpunt (in plaats van de eerder voorgestelde 1 procentpunt) naar 34 36 procent met ingang van 1 januari 2024. Daarnaast wordt het heffingsvrije vermogen in box 3 niet geïndexeerd met ingang van 1 januari 2024.

Inperking mogelijkheden tot vermogensstructurering

Ook de mogelijkheden tot vermogensstructurering worden voor families verder ingeperkt. Er komt met ingang van 1 januari 2025 een einde aan de mogelijkheid om vermogen in vennootschapsbelastingplichtige familiefondsen of CV’s te beleggen. Wel wordt een overgangsregeling getroffen voor op 19 september 2023, 15:15 uur bestaande vennootschapsbelastingplichtige familiefondsen en CV’s. Met behulp van de overgangsregeling kan in 2024 zonder heffing van overdrachts-, inkomsten- en vennootschapsbelasting worden geherstructureerd. De overgangsregeling voor de overdrachtsbelasting geldt alleen voor op 19 september 2023, 15:15 uur bestaande vennootschapsbelastingplichtige familiefondsen en CV’s die tevens aan bepaalde andere voorwaarden voldoen.

Versobering bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Verder neemt het kabinet zes maatregelen om de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting en de doorschuifregeling (DSR) in de inkomstenbelasting de komende jaren robuuster en eenvoudiger te maken. Voor 1 januari 2024 betekent dit, dat aan derden verhuurd vastgoed wordt aangemerkt als beleggingsvermogen en niet meer in aanmerking komt voor de DSR en de BOR.

Daarnaast zijn vijf zes overige maatregelen aangekondigd die per 1 januari 2025 in werking zullen treden:

  • De 5 procent doelmatigheidsmarge voor beleggingsvermogen in de vennootschap wordt afgeschaft in de BOR. Deze doelmatigheidsmarge wordt ook afgeschaft in de DSR, maar dat volgt op een later (nog onbekend) moment.
  • Bedrijfsmiddelen met een waarde van ten minste 100.000 euro die zowel privé als zakelijk worden gebruikt, kwalificeren slechts voor faciliteiten voor zover deze in de onderneming worden gebruikt.
  • De dienstbetrekkingseis in de DSR bij schenking van ondernemingsvermogen vervalt.
  • De dienstbetrekkingseis wordt als het ware vervangen door de voorwaarde dat de verkrijger op het tijdstip van de schenking in ieder geval de leeftijd van 21 jaar moet hebben bereikt. Deze leeftijd geldt voor zowel voor de DSR als de BOR bij de verkrijging krachtens schenking;
  • De vrijstelling in de BOR wordt enerzijds verruimd en anderzijds versoberd:
    • verruiming: 100 procent van de going concern-waarde van de onderneming tot 1,5 miljoen euro (nu: ca. 1,2 miljoen euro)
    • versobering: 70 75 procent (nu: 83 procent) over het meerdere aan ondernemingsvermogen.
    • De verwateringsregeling in de BOR en DSR wordt verruimd. Daardoor kunnen de BOR en DSR ook worden toegepast ten aanzien van (zeer) kleine indirecte belangen (van minder dan 0,5%), mits aan bepaalde aanvullende voorwaarden wordt voldaan.

Contact

Meer weten over de consequenties van de fiscale veranderingen in uw specifieke situatie? Neem dan contact op met een van de specialisten van BDO Tax & Legal.