Btw 2021: e-commerce goederenleveringen afkomstig buiten de EU

Btw 2021: e-commerce goederenleveringen afkomstig buiten de EU

Per 1 januari 2020 en 2021 veranderen de btw-regels voor internationale handel op enkele belangrijke punten. In dit artikel staan we stil bij de nieuwe btw-regels voor e-commerce bij goederenleveringen van buiten de EU.

Huidige btw-regels

Wanneer particulieren goederen kopen die zich buiten de EU bevinden moeten de goederen worden ingevoerd in de EU. Dit kan op naam van de leverancier of de particulier:

  • Invoer op naam van de leverancier. In dat geval is de leverancier invoer-btw verschuldigd. De invoer-btw kan in aftrek worden gebracht via de btw-aangifte. Als de goederen in het land van invoer blijven is sprake van een lokale levering in het land van invoer. Er is btw verschuldigd in dat land. Gaan de goederen naar een andere EU-lidstaat dan het land van invoer, dan is sprake van een afstandsverkoop binnen EU waarbij de leverancier btw moet betalen in de lidstaat van aankomst van de goederen.
  • Invoer op naam van de particulier. De levering aan de particulier is niet belast in de EU. De particulier moet dan de invoer-btw betalen. Echter, wanneer een pakket een waarde heeft die lager dan 22 euro is, geldt in Nederland een vrijstelling voor deze invoer-btw. Dit geldt ook indien pakketjes gezamenlijk in één zending bij de douane worden aangeboden en die zending in zijn totaliteit een waarde heeft van meer dan 22 euro. De vrijstelling geldt dan ook mits elk pakketje afzonderlijk is geadresseerd aan de afnemer in de EU.

Van de mogelijkheid om als particulier gebruik te maken van de vrijstelling bij invoer, wordt uiteraard veel gebruik gemaakt. Pakketjes met een waarde van meer dan 22 euro worden daarbij overigens regelmatig ondergewaardeerd. Dat wil zeggen dat op het pakketje een waarde wordt vermeld van onder de 22 euro, terwijl de waarde boven de 22 euro is.

Wijzigingen per 2021

Met ingang van 1 januari 2021 veranderen de btw-regels voor afstandsverkopen met goederen afkomstig buiten de EU op een aantal belangrijke punten:

  1. De vrijstelling voor invoer van kleine zendingen van 22 euro verdwijnt. Bij elke invoer is dus btw verschuldigd.
  2. Er is sprake van een afstandsverkoop van goederen buiten de EU als de goederen worden ingevoerd in een andere EU-lidstaat dan de EU-lidstaat van bestemming van de goederen. Dit geldt ongeacht of de particulier of de leverancier invoert.
  3. De leverancier kan gebruik maken van een One Stop Shop (OSS) systeem voor het doen van aangifte van de afstandsverkopen wanneer aan de hiervoor gestelde voorwaarden is voldaan. Een van de voorwaarden is dat de ingevoerde goederen een intrinsieke waarde hebben van niet meer dan 150 euro. Deze aangifte wordt de invoer OSS-aangifte of simpelweg I-OSS genoemd. Het is niet verplicht op deze wijze aangifte te doen. In dat geval wordt btw aangifte gedaan in de eigen lidstaat (bij EU-ondernemers) of een lidstaat naar keuze (bij niet EU-ondernemers). De lidstaat waar de aangifte wordt gedaan stuurt de aangifte en de verschuldigde btw door naar de EU-lidstaat waar btw moet worden voldaan. Wanneer de ondernemer gebruik maakt van de I-OSS aangifte krijgt hij een speciaal btw-identificatienummer.
  4. Indien de leverancier bij de invoer zijn speciaal I-OSS btw-identificatienummer aan de douane geeft, krijgt hij een vrijstelling bij invoer. Hij is dus alleen btw verschuldigd over de afstandsverkoop in de EU-lidstaat van bestemming.
  5. Er is ook een mogelijkheid om maandelijks invoer-btw aan te geven in plaats van steeds op het moment van invoer. Deze regeling is gericht op post- en koeriersbedrijven. De mogelijkheid geldt alleen voor goederen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 150 euro en wanneer de goederen in de EU-lidstaat van invoer blijven.
  6. Indien geen gebruik wordt gemaakt van de I-OSS of de bijzondere regeling waarbij maandelijks aangifte wordt gedaan, is direct bij de invoer btw verschuldigd. De mogelijkheid om via een art. 23-vergunning de invoer-btw aan te geven in de reguliere btw-aangifte blijft bestaan in Nederland.

Wijzigingen aan de hand van een fictief voorbeeld

De hiervoor uiteengezette regels lichten wij graag voor u toe aan de hand van een voorbeeld. Stel dat een Chinese verkoper van telefoonhoesjes via een webwinkel deze telefoonhoesjes aanbiedt aan particulieren in Nederland, Duitsland en Frankrijk. Steeds wanneer hij voldoende telefoonhoesjes heeft verkocht verstuurt hij deze in een groepszending naar Nederland, waar de goederen worden ingevoerd. Elk telefoonhoesje heeft een waarde van 20 euro.

Voor de btw zijn in dit voorbeeld twee verschillende belastbare feiten te onderkennen:

  1. De invoer in Nederland.
  2. De leveringen aan de particulieren.

De Chinese ondernemer heeft nu twee opties:

  1. Aangifte doen via de I-OSS.
  2. Op reguliere wijze aangifte doen.

Indien de Chinese ondernemer kiest voor de I-OSS zijn de btw-gevolgen als volgt:

  • Bij de invoer in Nederland geeft de Chinese ondernemer zijn I-OSS btw-identificatienummer aan de Nederlandse douane. Hij hoeft geen invoer-btw aan te geven.
  • In zijn periodieke I-OSS aangifte geeft de Chinese ondernemer Nederlandse btw aan voor de leveringen aan de Nederlandse particulieren, Duitse btw voor de leveringen aan de Duitse particulieren en Franse btw voor de leveringen aan de Franse particulieren.

Indien de Chinese ondernemer niet kiest voor de I-OSS en invoert op eigen naam zijn de btw-gevolgen als volgt:

  • Bij de invoer in Nederland is de Chinese ondernemer Nederlandse invoer-btw verschuldigd. Deze invoer-btw kan hij in zijn Nederlandse btw-aangifte in aftrek brengen.
  • De leveringen aan de Nederlandse particulieren zijn belast in Nederland, dus wordt btw-aangifte in Nederland gedaan. Voor de leveringen aan de Duitse en Franse particulieren geldt dat btw is verschuldigd in Duitsland en Frankrijk. Ook in Duitsland en Frankrijk moet de Chinese leverancier reguliere btw-aangiftes indienen.

Aangezien de goederen niet in het land van invoer blijven, ligt het niet voor de hand dat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om maandelijkse aangifte te doen.

Gevolgen voor de praktijk

Door de nieuwe regeling wordt een gelijk speelveld gecreëerd tussen goederenleveringen afkomstig van buiten de EU en goederenleveringen binnen de EU. De onderwaardering van pakketjes blijft echter lucratief (er is dan minder btw verschuldigd) en de nieuwe regels bieden daarvoor geen directe oplossing.

De btw-regels zijn gecompliceerd en van geval tot geval zal moeten worden bekeken wat de gevolgen zijn en of het gunstig is gebruik te maken van de I-OSS of de maandelijkse aangiftemogelijkheid. Niet alleen buiten de EU gevestigde leveranciers krijgen met de nieuwe regels te maken. Dat geldt ook voor binnen de EU gevestigde leveranciers wanneer hun goederen zich buiten de EU bevinden of wanneer zij eigenaar zijn van een platform langs welke goederenleveringen van buiten EU worden gefaciliteerd. Op de btw-positie van platforms gaan we in deel 6 in.

Wanneer u denkt met deze nieuwe regels te maken te krijgen is het van belang om tijdig uw btw-positie in kaart te brengen. Uiteraard zijn we u hierbij graag behulpzaam. Neem hiervoor gerust contact op met een van onze btw-adviseurs.