Wetsvoorstel voor informatieverplichtingen Payment Service Providers

Op 24 oktober 2022 heeft de Staatssecretaris van Financiën een wetsvoorstel ingediend tot implementatie van de Richtlijn betalingsdienstaanbieders. Dit wetsvoorstel zal naar verwachting per 1 januari 2024 geïmplementeerd worden en is het gevolg van een eerder voorstel van de Europese Commissie om betalingsinformatie te delen tussen EU-lidstaten. Het delen van betalingsinformatie wordt mogelijk gemaakt via een nieuw systeem: het centraal elektronisch systeem voor betalingsinformatie (CESOP). Hieronder geven wij nadere toelichting op het wetsvoorstel.

Voor wie gelden de nieuwe regels?

De nieuwe regels voor het uitwisselen van betalingsinformatie gelden voor alle binnen de EU gevestigde betalingsdienstaanbieders. Het begrip betalingsdienstaanbieder omvat een brede groep aan kredietinstellingen, instellingen voor elektronisch geld, postcheque- en girodiensten, betalingsinstellingen en natuurlijke- of rechtspersonen die onder een PSD2-vrijstelling vallen. De verplichting om informatie te delen geldt zowel voor de betalingsdienstaanbieder van de betaler als de begunstigde, die zich uit eigen beweging bij de belastingautoriteiten moeten melden.

Wat is het doel en wat houden de nieuwe regels in?

Het doel van de regels is om belastingautoriteiten in EU-lidstaten meer inzicht te verschaffen in grensoverschrijdend betalingsverkeer om op die wijze  btw-fraude binnen e-commerce te bestrijden.

Betalingen waarbij de betaler en begunstigde zich in verschillende EU-lidstaten bevinden moeten worden geregistreerd, evenals betalingen waarbij de betaler zich binnen de EU bevindt en de begunstigde erbuiten. Binnenlandse betalingen worden niet geregistreerd. De verplichtingen vervallen voor de betalingsdienstaanbieder van de betaler, wanneer de begunstigde een betalingsdienstaanbieder in de EU gebruikt.

De betalingsinformatie hoeft enkel te worden geregistreerd en verstrekt, indien een bepaalde begunstigde meer dan 25 betalingen ontvangt per kalenderkwartaal.

Wanneer de regels niet worden nageleefd en sprake is van opzet of grove schuld, dan kan, zo blijkt uit het wetsvoorstel, een bestuurlijke boete worden opgelegd van de zesde categorie. Dit geldt zowel voor de situatie waarin informatie die verstrekt moet worden niet wordt verstrekt als voor de situatie waarin informatie wordt verstrekt die niet had moet worden verstrekt (omdat er informatie wordt verstrekt over een begunstigde die niet meer dan 25 betalingen heeft ontvangen). In 2022 is deze categorie gemaximeerd op € 900.000. Deze boete kan met terugwerkende kracht tot vijf jaar worden opgelegd.

Welke informatie wordt verzameld?

Op basis van de nieuwe regels moet de volgende informatie worden ingediend bij de Belastingdienst:

  1. de BIC of een andere bedrijfsidentificatiecode die de betalingsdienstaanbieder eenduidig identificeert;
  2. de naam van de begunstigde of de bedrijfsnaam;
  3. een btw-identificatienummer van de begunstigde;
  4. het IBAN-nummer of een ander identificatienummer van een betaalrekeningnummer dat ondubbelzinnig de individuele betaalrekening van de begunstigde identificeert;
  5. de BIC of elke andere bedrijfsidentificatiecode die ondubbelzinnig de betalingsdienstaanbieder identificeert die handelt namens de begunstigde wanneer de begunstigde geld ontvangt zonder een betaalrekening te hebben;
  6. het adres van de begunstigde in de administratie van de betalingsdienstaanbieder;
  7. uitgevoerde betaaltransacties;
  8. alle uitgevoerde betalingsrestituties voor betalingstransacties die eerder zijn vastgelegd.

Voor elke uitgevoerde betalingstransactie of uitgevoerde terugbetaling moet in ieder geval de datum en het tijdstip van uitvoering van de betaling, het bedrag en de valuta van de betaling en de lidstaat van oorsprong van de middelen worden geregistreerd en verstrekt. Ook moet bepaalde informatie van betalingsrestituties worden vastgelegd.

Deze informatie moet door de betalingsdienstaanbieder drie kalenderjaren worden bewaard en wordt elk kalenderkwartaal verzonden naar de belastingdienst. Als deadline voor het indienen hiervan geldt de laatste dag van de maand volgend op het desbetreffende kwartaal. Dit wordt hieronder schematisch weergeven: 

Periode Deadline
1 januari tot en met 31 maart 30 april
1 april tot en met 30 juni 31 juli
1 juli tot en met 30 september 31 oktober
1 oktober tot en met 31 december 31 januari

De lidstaat zorgt ervoor dat uiterlijk tien dagen na het verstrijken van de hierboven genoemde deadline de informatie met andere lidstaten wordt gedeeld via CESOP. Vervolgens kunnen Eurofisc-ambtenaren via CESOP de betaalinformatie inzien die andere lidstaten hebben ingestuurd.

BDO’s perspectief

De Belastingdienst stelt in zijn uitvoeringstoets dat een toekomstbestendige implementatie van dit wetsvoorstel niet haalbaar is binnen de voorgestelde termijn van 1 januari 2024. Als tijdelijk alternatief ontwikkelt de Belastingdienst een noodvoorziening. Wij vragen ons af hoe dit tijdelijke alternatief vormgegeven wordt en op welke termijn de Belastingdienst kan overstappen naar een definitief systeem. Dit is momenteel nog niet duidelijk. Voor instellingen die worden geraakt door de nieuwe regels is het te hopen dat de overgang van het tijdelijke systeem naar een definitief systeem weinig extra administratieve lasten oplevert.

Daarnaast is het wetsvoorstel gebaseerd op een Europese Richtlijn, wat inhoudt dat EU-lidstaten zelf invulling kunnen geven/zullen moeten geven aan bijvoorbeeld het digitale (inlees-)format waarmee de gegevens moeten worden aangeleverd. We hopen dat de Nederlandse Belastingdienst dit tijdig mededeelt, zodat de betalingsdienstaanbieder voldoende op de hoogte is van de administratieve plichten die dit met zich meebrengt. De doeltreffendheid van deze regeling valt en staat immers met de analysemogelijkheden van de gegevens. Onze verwachting is daarom dat de regels effectiviteit verliezen wanneer de Belastingdienst en betalingsdienstaanbieders hun IT-systemen en administratie niet tijdig op orde (kunnen) hebben. Teleurstellend is overigens dat de Belastingdienst in de uitvoeringstoets opmerkt dat vooralsnog geen cross-checks kunnen worden gedaan met VIES- en OSS-gegevens. Dat bemoeilijkt naar onze mening het gebruik van de verzamelde gegevens door de Nederlandse belastingdienst.

We adviseren om tijdig te onderzoeken of de nieuwe regels invloed hebben op uw bedrijf. Uiteraard helpt BDO graag bij deze analyse. U kunt hiervoor contact opnemen met een van onze adviseurs.