In de voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n) van 16 december 2022 zetten Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Van Rij van Financiën uiteen hoe de verschillende maatregelen op het gebied van werken als zelfstandige en met zelfstandigen worden uitgewerkt.
Zoals al in de vorige voortgangsbrief was aangekondigd is het kabinet van plan om de balans op het gebied van werken met en als zelfstandige(n) te herstellen en de regels toekomstbestendiger te maken langs drie lijnen:
- Het creëren van een gelijker speelveld tussen contractvormen met betrekking tot de sociale zekerheid en fiscaliteit;
- Meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer dan wel als zelfstandige;
- De handhaving op schijnzelfstandigheid verbeteren.
Gelijker speelveld
Het kabinet vindt het belangrijk dat werkenden gelijk worden behandeld, ongeacht de contractvorm. Om de gemiddelde belastingdruk van zelfstandigen dichter bij die van een werknemer te brengen wil het kabinet de zelfstandigenaftrek sneller en verder afbouwen. Het doel is de zelfstandigenaftrek te verlagen naar € 900 in 2027. Een tweede maatregel betreft het afschaffen van de fiscale oudedagsreserve (FOR), zodat toevoegingen aan de FOR niet langer aftrekbaar zijn van de winst. In ongeveer de helft van de gevallen wordt de oudedagsreserve namelijk uiteindelijk niet aangewend voor een oudedagsvoorziening. Zo wordt ook het gebruik voor belastinguitstel zonder het vormen van een daadwerkelijke oudedagsvoorziening voorkomen. Daarnaast zijn momenteel de eerste stappen gezet richting een arbeidsvormneutraal pensioenkader. Zo worden de mogelijkheden om als ondernemer buiten de eigen onderneming te sparen voor de oude dag vergroot. In het Wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen zijn maatregelen voorgesteld om zelfstandigen beter te faciliteren in het opbouwen van pensioen. Ten slotte wordt ook gewerkt aan de uitwerking van een verplichte verzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen.
Meer duidelijkheid over de beoordeling van arbeidsrelaties
Het kabinet heeft in eerdere voortgangsbrieven aangekondigd de wettelijke regels rondom de beoordeling van arbeidsrelaties te willen verduidelijken, om zo het grijze gebied tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen. Het kabinet wil dit langs drie wegen bewerkstelligen: a) de beoordeling van arbeidsrelaties verduidelijken middels de aanpassing van wetgeving, b) het invoeren van een vermoeden van een arbeidsovereenkomst en c) het doorontwikkelen van de webmodule.
a. Verduidelijking van de beoordeling van arbeidsrelaties middels nieuwe wetgeving
Op basis van de huidige wetgeving is kortgezegd sprake van een werknemer als deze (i) in dienst van een ander (gezagsverhouding) (ii) tegen loon (iii) gedurende zekere tijd arbeid verricht. Bij de beoordeling of iemand werkt ‘in dienst van’ ligt thans de nadruk op elementen zoals het mogen geven van instructies en het mogen houden van toezicht. Volgens het kabinet zou meer tot uitdrukking moeten komen dat werken ‘in dienst van’ ook aan de orde is bij werk dat organisatorisch is ingebed in de onderneming van de werkverschaffer. Ook is volgens het kabinet van belang of sprake is van zelfstandig ondernemerschap, voor de vraag of iemand ‘in dienst van’ werkt. Het voornemen is om dit in nieuwe wetgeving verder uit te werken.
b. Rechtsvermoeden van een dienstbetrekking
Het kabinet denkt ook na over het opnemen van een vermoeden van werknemerschap voor werkenden met een minder goede onderhandelingspositie. Dit (weerlegbaar) rechtsvermoeden kan ingeroepen worden door de werkende ingeval zijn tarief lager is dan een nader te bepalen norm. Dit rechtsvermoeden geldt voor het arbeidsrecht en werkt in beginsel niet door naar de fiscaliteit en sociale zekerheid, tenzij een rechter oordeelt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst
c. Webmodule
De webmodule kent momenteel een grote hoeveelheid vragen (bijna 40). Om de gebruiksvriendelijkheid van de webmodule te vergroten wil het kabinet de omvang van de webmodule verkleinen. De nieuwe wetgeving zoals hierboven genoemd onder a) zou hieraan moeten bijdragen. De webmodule kan momenteel nog steeds gebruikt worden ter verkrijging van een indicatie, maar biedt nog steeds geen zekerheid.
Handhaving
Ten slotte wil het kabinet de balans op het gebied van werken met zelfstandigen herstellen door de handhaving op dit gebied op korte termijn te versterken en verbeteren. Op dit moment vindt handhaving plaats binnen de kaders van het ‘handhavingsmoratorium’. Dat houdt in dat de Belastingdienst slechts corrigeert ingeval van kwaadwillendheid of situaties waarbij een aanwijzing van de Belastingdienst niet binnen een redelijke termijn is opgevolgd. Het kabinet heeft de ambitie het handhavingsmoratorium uiterlijk per 1 januari 2025 volledig op te heffen.
Wat betekent dit voor u?
De Belastingdienst zet begin dit jaar in op het verbeteren en versterken van handhaving middels bijvoorbeeld bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken. Als binnen uw organisatie met zelfstandigen wordt gewerkt adviseren wij om het risico op het bestaan van een dienstbetrekking te (laten) onderzoeken. Hulp nodig? Wij denken graag met u mee.