Op 24 maart 2021 heeft de Duitse regering een ontwerp goedgekeurd van een wet voor de modernisering van de vennootschapsbelasting: “Gesetz zur Modernisierung des Körperschaftsteuerrecht”. Een opvallend onderdeel van deze wet is de invoering van een optiemogelijkheid voor personenvennootschappen om te worden belast als kapitaalvennootschap/rechtspersoon. Bij gebruikmaking van deze optie valt de personenvennootschap onder de vennootschapsbelasting (Körperschaftsteuer).
Tot 2022: fiscale transparantie
In Duitsland zijn personenvennootschappen, zoals de “Offene Handelsgesellschaft” (vergelijkbaar met onze v.o.f.) en de “Kommanditgesellschaft” (vergelijkbaar met onze commanditaire vennootschap), fiscaal transparant. Dat wil zeggen, niet de vennootschap zelf is belastingplichtig, maar haar vennoten moeten hun aandeel in de winst van de vennootschap verantwoorden in hun aangifte vennootschapsbelasting (als de vennoot een rechtspersoon is) dan wel in hun aangifte inkomstenbelasting (als de vennoot een natuurlijke persoon is). Ook in Nederland wordt bij de heffing over de winst van een (besloten) personenvennootschap (v.o.f., maatschap, C.V.) uitgegaan van fiscale transparantie.
Vanaf 2022: keuzemogelijkheid
Als een Duitse personenvennootschap kiest voor de behandeling als kapitaalvennootschap, en dus voor Körperschaftsteuerplicht, wordt de fiscale transparantie van de betreffende personenvennootschap doorbroken. Deze keuze kan worden gemaakt via een bij het Finanzamt (de Duitse Belastingdienst) in te dienen verzoek. Dat moet voor aanvang van het boekjaar en kan voor het eerst met betrekking tot het aangiftejaar 2022.
Het verzoek heeft gevolgen voor alle vennoten van de personenvennootschap. De wet schrijft voor dat een meerderheid van minimaal 75% van de vennoten instemt met het verzoek.
Fiscale impact invoering optiemogelijkheid
De fiscale impact van het gebruikmaken van de optiemogelijkheid is het grootst bij personenvennootschappen waarbij één of meer natuurlijke personen zijn betrokken. Onder de huidige wetgeving wordt het winstaandeel van een natuurlijk persoon belast met inkomstenbelasting. Het maximumtarief in Duitsland is 45%. Als gebruik wordt gemaakt van de optie is op de gehele winst van de personenvennootschap de vennootschapsbelasting van toepassing. Hiervan bedraagt het tarief in Duitsland rond de 30%. Dat is opgebouwd uit 15% Körperschaftsteuer plus Gewerbesteuer. Het tarief van de Gewerbesteuer is afhankelijk van de gemeente waarin de vennootschap is gevestigd en bedraagt gemiddeld ook circa 15%.
Voor een personenvennootschap waarin één of meer natuurlijke personen participeren en die hoge winsten behaalt, lijkt gebruikmaking van de optie dus aantrekkelijk. Echter, er moet rekening mee worden gehouden dat er naast vennootschapsbelasting aanvullend 25% dividendbelasting (Kapitalertragsteuer) wordt geheven over de nettowinst van de personenvennootschap. Deze dividendbelasting wordt geheven zodra de winst wordt uitgekeerd aan de uiteindelijk gerechtigde natuurlijke persoon/personen achter de personenvennootschap. Dat betekent dat de belastingdruk oploopt tot 47,5%.
Kwestie van maatwerk
Van belang is dat de (vrijwillige) overgang naar de vennootschapsbelastingplicht wordt beschouwd als rechtsvormwijziging. In bepaalde situaties kan dat tot directe belastingheffing leiden.
Als de personenvennootschap die heeft geopteerd voor vennootschapsbelastingplicht uit nog maar twee vennoten bestaat en één van die twee vennoten treedt uit, kan dat leiden tot een fictieve liquidatie van de personenvennootschap. Dat is het geval als de overblijvende vennoot een natuurlijk persoon is, hetgeen directe fiscale gevolgen kan hebben. Als de overblijvende vennoot een rechtspersoon is, wordt een fusie verondersteld en blijft de vennootschapsbelasting van toepassing.
Kortom, het wel of niet gebruik maken van de optie is een kwestie van maatwerk.
Terugkeer naar transparantie
(De vennoten van) een personenvennootschap zit(ten) niet onbeperkt vast aan de optie voor vennootschapsbelastingplicht. Voorafgaand aan een nieuw boekjaar kan de optie met ingang van dat nieuwe boekjaar worden ingetrokken. Vanaf dat boekjaar geldt dan de fiscale transparantie weer. De terugkeer naar fiscale transparantie treedt automatisch in zodra niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor de optie tot vennootschapsbelastingplicht. Let wel: ook deze terugkeer kan leiden tot directe belastingheffing.
Slotopmerkingen
- Voor investeringsfondsen gelden aanvullende voorwaarden om te kunnen kiezen voor vennootschapsbelastingplicht.
- De keuze voor vennootschapsbelastingplicht heeft geen gevolgen voor de juridische status van de betreffende personenvennootschap.
- Voor eventuele in Nederland woonachtige/gevestigde vennoten van de Duitse personenvennootschap leidt de keuze voor Körperschaftsteuerplicht tot een verschil in fiscale kwalificatie tussen beide landen. Dit kan tot fiscale complicaties leiden. Bij eerder geconstateerde situaties die tot fiscale kwalificatieverschillen leidden, hebben de fiscale autoriteiten van beide landen afspraken gemaakt om dubbele heffing (of juist een heffingslek) te voorkomen. Het valt af te wachten of dat nu ook gebeurt.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met een van onze adviseurs.