Artikel:

AFM Agenda 2023: duurzaamheid nog meer prioriteit

28 februari 2023

Op 12 januari 2023 heeft de AFM haar agenda voor het jaar 2023 gepubliceerd. De agenda bevat veel terugkerende onderwerpen, waarbij duurzaamheid (nog) sterker de boventoon voert.

De AFM prioriteert de volgende zeven onderwerpen:

  • Duurzaamheid
  • Verdergaande digitalisering
  • Transitie naar nieuw pensioenstelsel
  • Klantbelang centraal
  • Uitvoering vernieuwde strategie Kwaliteit Accountantscontrole en Verslaggeving
  • Datagebruik in en voor toezicht
  • Internationaal beïnvloeden

In de agenda zijn tien actiepunten van de AFM te ontdekken op het gebied van duurzaamheid voor dit jaar. De actiepunten bestaan vooral uit voorgenomen veldonderzoeken, maar ook uit het actief benaderen van marktpartijen. Hieronder wordt kort stilgestaan bij de afzonderlijke actiepunten.

De AFM heeft sinds de toepasselijkheid van de SFDR vier veldonderzoeken verricht naar de implementatie van de SFDR door financiëlemarktdeelnemers, met name beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s. Sinds 2021 heeft de AFM verschillende onderzoeken gepubliceerd. In het eerste onderzoek in september 2021 was de toon van de AFM nog gematigd: er werd geconcludeerd dat er ruimte voor verbetering is, maar dat hiervoor begrip was door het ontbreken van technische standaarden (‘Level 2-regelgeving’). In de vervolgonderzoeken van november 2022 concludeerde de AFM dat er verbetering is, maar dat er ook nog steeds veel onduidelijk is.* De AFM heeft in deze onderzoeken – die twee maanden vóór de toepasselijkheid van de Level 2-regelgeving zijn gepubliceerd – aangegeven dat zij erop rekent dat deze financiëlemarktdeelnemers verdere stappen zetten met de implementatie van de SFDR met het oog op de verplichte toepassing van de Level 2-regelgeving. Het is dan ook niet verrassend dat de AFM heeft aangekondigd dat het vervolgonderzoek zich specifiek zal richten op de toepassing van de Level 2-regelgeving. Wel is het verwonderlijk dat het vervolgonderzoek zich slechts zal richten op banken, verzekeraars en (beheerders van) beleggingsinstellingen, terwijl de eerdere onderzoeken zich ook richtten op beleggingsondernemingen, pensioenfondsen en ppi’s.
 

* Eerste onderzoek SFDR-naleving door banken, beleggingsondernemingen en verzekeraars en pensioenfondsen en ppi’s. Vervolgonderzoek naar SFDR-naleving door beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s

De AFM heeft in november 2022 al een eerste veldonderzoek verricht naar de naleving van de SFDR door pensioenfondsen en ppi’s (‘pensioenuitvoerders’). Komend jaar wil de AFM in gesprek gaan met pensioenuitvoerders over de SFDR en niet dat er een vervolgonderzoek wordt gedaan. Hoewel de reden voor deze afwijkende behandeling is niet gegeven, heeft het waarschijnlijk te maken met de maatschappelijke rol die pensioenuitvoerders hebben (zie ook de sectorbrief duurzaamheidsinformatie pensioen van 16 december 2020).

Adviseurs en individueel vermogensbeheerders zijn sinds 2 augustus 2022 verplicht om duurzaamheidsvoorkeuren van klanten mee te nemen in de geschiktheidstoets (Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565). Adviseurs en individueel vermogensbeheerders moeten rekening houden met specifieke informatie over de klant om te kunnen vaststellen of een advies of belegging geschikt is voor de specifieke klant. Tot augustus 2022 moest rekening worden gehouden met vijf onderdelen, namelijk de 1) financiële positie, 2) kennis, 3) ervaring, 4) doelstellingen en 5) risicobereidheid van de klant. Sinds augustus komt daar nog een zesde onderdeel bij: de duurzaamheidsvoorkeuren van de klant. De AFM zal dit jaar onderzoeken of en hoe adviseurs en individueel vermogensbeheerders deze verplichtingen implementeren.

De duurzaamheidstransitie brengt marktpartijen binnen de financiële sector de nodige risico’s, maar ook kansen. Marktpartijen bieden in toenemende mate nieuwe producten aan die duurzaamheidsgerelateerd zijn. Deze producten zijn niet altijd gereguleerd, kennen wet- en regelgeving in de maak of zijn nog lastig in te passen in bestaande wet- en regelgeving. Zo bestaat er voor green bonds een voorstel tot een EU Green Bond Standard Regulation. De AFM gaat onderzoeken in welke mate dergelijke nieuwe financiële producten transparant zijn over duurzaamheidsaspecten.

Adequate informatieverschaffing is essentieel, met name als wordt overwogen om een duurzaam financieel product te kopen. Marktpartijen dienen niet te claimen duurzaam te zijn zonder dat te onderbouwen, en mogen dat al helemaal niet claimen als zij in werkelijkheid niet duurzaam zijn. Duurzaamheidswet- en regelgeving helpt hierbij. Zo bevat de SFDR precontractuele informatieverplichtingen die meebrengen dat het prospectus van een financieel product, zoals een beleggingsfonds, de nodige duurzaamheidsinformatie bevat. Maar ook duurzaamheidclaims in een prospectus van een uitgevende instelling dienen te worden waargemaakt, ook al valt het prospectus of de uitgevende instelling niet onder specifieke duurzaamheidswet- en regelgeving. De AFM zal bij het goedkeuren van prospecti van duurzame financiële producten nadrukkelijk stilstaan bij relevante duurzaamheidsinformatie. Uitgevers van prospecti van duurzame financiële producten dienen in 2023 dus rekening te houden met een langere doorlooptijd in het goedkeuringstraject.

Vermogensbeheerders dienen duurzaamheidsrisico’s in aanmerking te nemen in hun financiële producten, alsook in hun interne beleid, procedures en processen. Het onderkennen van toepasselijke duurzaamheidsrisico’s kan al een opgave zijn, maar de wijze waarop en de middelen waarmee deze worden beheerst is niet minder eenvoudig. Beoordelingen van derde partijen, zoals ESG rating providers, kunnen een uitkomst bieden, maar voor de markt als geheel gaat ook dat niet zonder bijkomende risico’s. De AFM gaat onderzoeken hoe dergelijke risico’s worden ondervangen door vermogensbeheerders. 
 

Naast de voorgenomen vervolgonderzoeken naar de naleving van de SFDR door vermogensbeheerders (met name de Level 2-regelgeving), heeft de AFM zich ten doel gesteld om dit jaar nadrukkelijk doorlopend toezicht te houden op de naleving van de SFDR. Nadrukkelijk toezicht kan meebrengen dat de AFM strenger zal toezien op het doorvoeren en bijhouden van wijzigingen in de vereiste informatiebronnen, dat  maar ook dat de AFM een stap verder kan gaan door de gerapporteerde impact onder de loep te nemen.

Met de bestaande financiële duurzaamheidswet- en regelgeving wordt beoogd dat er meer transparantie en duidelijkheid bestaat over duurzame beleggingen en activiteiten van marktpartijen. Deze wet- en regelgeving is echter geen garantie dat marktpartijen niet alsnog doen aan greenwashing. Financiële producten moeten niet duurzamer worden voorgesteld dan deze in werkelijkheid zijn. Daarom moeten duurzaamheidsclaims adequaat worden onderbouwd en moet de informatieverschaffing van financiële producten stroken met de wettelijke verplichtingen.
 

De CSRD brengt nauwkeurige rapportageverplichtingen voor ondernemingen op het gebied van duurzaamheid met zich. Vanaf 2024 dienen de eerste categorie ondernemingen aan deze rapportageverplichtingen te voldoen. De duurzaamheidsrapportages van de CSRD zullen zorgen voor duurzaamheidsdata die andere ondernemingen nodig hebben om zelf te rapporteren over duurzaamheid. Vooral vermogensbeheerders hebben deze duurzaamheidsdata hard nodig voor hun informatieverschaffing vanuit de SFDR. Het is dan ook zaak dat ondernemingen die vanaf 2024 moeten rapporteren onder de CSRD, deze rapportages behoorlijk doen.
 

In de aanloop naar de invoering van de CSRD is het van belang dat ondernemingen die binnen de reikwijdte van de CSRD vallen, voldoende zicht hebben op wat er van hun rapportages wordt verwacht vanaf 2024. Grote ondernemingen zijn nu al verplicht om te rapporteren over dubbele materialiteit in het bestuursverslag onder de NFRD. Dubbele materialiteit bestaat uit financiële materialiteit en impactmaterialiteit: financiële materialiteit ziet op de invloed van duurzaamheid op de onderneming en wordt ook wel ‘outside-in’ impact genoemd en impactmaterialiteit ziet op de invloed van de onderneming op duurzaamheid en wordt ook wel ‘inside-out’ impact genoemd. De SFDR kent overigens een soortgelijke transparantieverplichting met de verplichting tot informatieverschaffing over duurzaamheidsrisico’s (outside-in) en over belangrijkste ongunstige effecten (inside-out). De CSRD vervangt de NFRD en brengt andere duurzaamheidsrapporteringsverplichtingen mee, ook ten aanzien van dubbele materialiteit. Het is dan ook van belang dat grote ondernemingen worden gestuurd richting de herziene duurzaamheidsrapporteringsverplichtingen en dat overige ondernemingen die ook onder de CSRD zullen vallen zich hier degelijk op kunnen voorbereiden. Een veldonderzoek waarin handvatten worden geboden door de toezichthouder kan hierbij behulpzaam zijn.
 

Met de nadrukkelijke focus op duurzaamheidsgerelateerde onderwerpen in het toezicht en de geplande onderzoeken naar implementatie van duurzaamheidswet- en regelgeving, geeft de AFM een duidelijk signaal aan de financiële sector: zet en houd duurzaamheid hoog op de agenda. Uit de recente AFM onderzoeken blijkt daarnaast ook dat veel financiële partijen in de praktijk moeite hebben met de juiste implementatie van de duurzaamheidswetgeving. Geldt dit ook voor u? Neem dan gerust contact op voor een vrijblijvende kennismaking met een van onze experts.